Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

OO nummer: 78 Jaar: 389

De magistro liber unus

De leermeester.
-
Exegese- 
Het betreft hier een verbatim van een gesprek tussen Augustinus en Adeodatus. Men vermoedt ten aanzien van het tweede gedeelte een redactionele hand, omdat daarin sprake is van een doorlopend betoog. Aan de orde komt de vraag naar het wezenlijke van het leraarschap. De ware leraar is degene die onderricht geeft om God te leren kennen.
In de inleidende dialoog wordt spreken omschreven als het geven van tekens. Er bestaan tekens die betekenis krijgen door tekens, en dingen die zelf geen tekens zijn maar betekenis kunnen krijgen door daden of door tekens.
In de doorlopende beschouwing ten eerste een uiteenzetting dat woorden op zichzelf niets kunnen leren. Ten tweede een uitleg dat de waarheid die in de betekenis van woorden ligt besloten, in mensen woont en dat die waarheid Christus is. Ten slotte een betoog over de geringe waarde van gesproken woorden in het onderwijs als de werking van de innerlijke waarheid die Christus is, niet aan het woord komt.
De magistro / Augustinus ; vert. en van comm. voorzien door Gerard Wijdeveld. - Amsterdam, Paris, 1938.

Vertalingen

broninfo
WorksSA
FathersChurch
AncientCW
NicenePNF
SA-Gnade
SA-Seelsorger
AOpera-Werke
DeutscheA
BA-Oeuvres
OeuvresComplètesSA
NBA-Opere
ObrasSA
CCSL
CSEL