Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

131 records found
NrJaarAfk▲BeschrijvingVertalingen
15414b. uid.

Het goede van de weduwstaat.
-Moraaltheologie- 
Brief aan Juliana, schoondochter van Proba, over het godgewijde weduwschap als uitdrukkelijk gekozen levensvorm, waarin men zich bindt door een gelofte. Ook in dit tractaat wordt de positieve gerichtheid van de levensstaat benadrukt, die ligt in de binding aan God. Het werk bestaat uit een leerstellig en een aansporend gedeelte.

Staat van ontlediging, staat van gebed / Augustinus ; vert. en ingel. door Anne-Marijke Silvius Janssen. - Brugge: Tabor, 1992. - p. 83-125. - ISBN: 90-6597-016-9. View
12400bapt.

De doop, zeven boeken.
-Antidonatistisch- 
In boek 1 een uitleg waarom het doopsel niet door ketters of scheurmakers kan worden toegediend buiten de katholieke gemeenschap. De overige boeken zijn alle gewijd aan kwesties rond het gezag van Cyprianus in verband met de doopkwesties. In boek 2 eerst een uiteenzetting over het gezag van Cyprianus als bisschop en martelaar. Vervolgens de kwestie of bekeerde ketters het doopsel mogen ontvangen. Tenslotte de vraag hoe met een scheuring wel en hoe niet met de eenheid van de katholieke gemeenschap wordt gebroken. In boek 3 en 4 een behandeling van de argumenten van Cyprianus in een brief (ep. 73) aan Jubaianus, waarschijnlijk een bisschop uit Mauretanië. Daaruit zou blijken dat het doopsel van Christus niet door ketters kan worden toegediend. In boek 5 zijn nogmaals brief 73 aan de orde en de brieven aan Quintus en aan Pompejus (ep. 70, 71 en 74). Bovendien aandacht voor de manier waarop de bisschoppen uit Numidië de doopkwesties hebben opgelost. Boek 6 handelt over het concilie van Carthago in september 256 en op welke manier daar het gezag van Cyprianus in de doopkwesties van invloed is geweest. In boek 7 tenslotte een weergave van de overige aspecten van het Carthaagse concilie.

View
13386beata u.

Het gelukkige leven.
-
Filosofie- 
Dit boek is geschreven tijdens de werkzaamheden voor Contra Academicos. Ontstaan bij gelegenheid van Augustinus' verjaardag uit een driedaags gesprek. In het gesprek komt vast te staan dat een gelukkig leven niets anders is dan volmaakte godskennis.
In het voorwoord een opdracht aan Theodorus en Manlius; verder een onderzoek naar de betekenis van christelijke wijsbegeerte en een beschrijving van de gelegenheid van de gesprekken.
De drie volgende gedeelten bevatten een verslag van de drie gesprekken. In het eerste gesprek de ontdekking dat iemand die niet heeft wat hij verlangt, ongelukkig is. En ook iemand die wel heeft wat hij verlangt, kan ongelukkig zijn. De vraag luidt dan: Wat moet een mens verlangen om gelukkig te worden? Moet men daarvoor God bezitten?
In het tweede gesprek de vraag op welke manier men God kan bezitten dat men gelukkig wordt. Hierover bestaan drie opvattingen. De derde komt uitgebreid aan bod: van iemand in wie geen onreine geest is, kan men zeggen dat die God bezit. Met onreine geest vervuld heet degene die als door een duivel is bezeten, of wiens ziel met ondeugden en zonden is bezoedeld. Wie zich door ondeugden en zonden van God vervreemdt, is ongelukkig en vindt God niet genadig. Wie God zoekt, bezit Hem als genadige God maar is nog niet gelukkig. Wie God gevonden heeft, bezit Hem als een genadige God en is tevens gelukkig. 
In het derde gesprek de vraag of alle ongelukkigen gebrek lijden. Een bevestigend antwoord leidt nog niet tot de conclusie dat allen die geen gebrek lijden, gelukkig zijn. Iemand die geen gebrek heeft, kent immers angst om te verliezen en om gebrek te gaan lijden. Kan dat erop duiden dat een arme wijze gelukkig kan zijn, en dat wie geen wijsheid bezit, gebrek lijdt? Wie wijsheid bezit, is gelukkig. Wijsheid is de juiste maat voor de ziel. Wijsheid is datgene waardoor de ziel in evenwicht wordt gehouden

Over het gelukkige leven / Augustinus ; vert. door Rein Ferwerda. - Kampen: Agora, 2003 (= herdruk 1999). - ISBN: 90-391-0881-1. - 123 p. - Latijn- Nederlands. - View
16411breuic.Kort verslag van de conferentie met donatisten.
-Antidonatistisch- 
Aan deze driedaagse kerkvergadering over acht dagen verspreid en op keizerlijk initiatief in 411 bijeengeroepen namen katholieke en donatistische bisschoppen deel. In het verslag wordt steeds verwezen naar de notulen die van deze belangwekkende beraadslagingen zijn gemaakt. Het verslag is bedoeld voor mensen die niet aan de conferentie hebben deelgenomen.
View
3394c. Adim.Tegen de manicheïsche leerling Adimantus
-Antimanicheïsch-
Uitleg van tegenstrijdigheden tussen Oude en Nieuwe Testament, op grond waarvan de manicheeërs het canonieke gezag van het Oude Testament afwijzen.
View
190c. Cent.Tegen hetgeen Centurius heeft overgebracht van de donatisten. 
-Antidonatistisch-
View
34412c. Don.Aansporing aan de donatisten.
-Antidonatistisch- 
Op basis van de driedaagse conferentie van katholieken en donatisten in 411 richt Augustinus zich rechtstreeks tot de donatistische gelovigen met een aansporing om zich niet langer door hun eigen bisschoppen te laten bedriegen.
View
50397c. Faust.

In discussie met de manicheeër Faustus, 33 boeken.
-Antimanicheïsch- 
Reactie op een werk van Faustus van Mileve. Steeds worden passages uit het werk van Faustus aangehaald als voert Faustus zelf het woord. De disputen gaan over het gezag van de wet en de profeten, de God van Israël, de incarnatie en de waarde van het Nieuwe Testament.

View
51398c. Fel.

In discussie met de manicheeër Felix, twee boeken.
-Antimanicheïsch- 
Verbatim van het tweedaagse dispuut tussen Augustinus en Felix. Op de eerste dag het vraagstuk over de rol van Gods genade; op de tweede dag de kwestie over de functie van de vrije wilskeuze

Debatten over God en wereld : Tegen de manicheeërs Fortunatus en Felix / Aurelius Augustinus; vertaald en toegelicht door Roald Dijkstra en Vincent Hunink, ingeleid door Hans van Reisen. - Budel: Damon, 2017. ISBN: 9789463400305, 169 p. View
2392c. Fort.

In discussie met Fortunatus.
-Antimanicheïsch-
Verbatim van twee disputen met de manicheeër Fortunatus op 28 en 29 augustus in Hippo. In hoofdzaak over de vraag naar de oorzaak van het kwaad. Het kwade is een gevolg van een verkeerde werking van de vrije wilskeuze van een mens. Fortunatus zoekt de oorzaak van het kwaad in God. Op voorstel van Fortunatus wordt de afloop van het dispuut opgeschort naar een volgende dag. Zo kan Fortunatus ruggespraak plegen met manicheïsche autoriteiten over zijn verweer. Maar in plaats van zich voor te bereiden op een vervolg, ontvlucht Fortunatus de stad.

Debatten over God en wereld : Tegen de manicheeërs Fortunatus en Felix / Aurelius Augustinus; vertaald en toegelicht door Roald Dijkstra en Vincent Hunink, ingeleid door Hans van Reisen. - Budel: Damon, 2017. ISBN: 9789463400305, 169 p. View
56421c. Gaud.Reactie op de donatistische bisschop Gaudentius, twee boeken.
-
Antidonatistisch- 
Boek 1 weerlegt twee brieven van Gaudentius aan Dulcitius.
In boek 2 wordt Gaudentius' reactie op het eerste boek ontzenuwd.
View
680c. Hill.Tegen Hilarus. View
73421c. Iul.Reactie op Julianus van Aeclanum, zes boeken.
-Antipelagiaans-
Boek 1 verdedigt de katholieke opvattingen over de erfzonde als weergegeven in nr 88 nupt. et conc. tegenover Julianus, die in een geschrift van vier boeken Augustinus van repliek had gediend. De verdediging stoelt op gezagvolle uitspraken van Basilius en Johannes Chrysostomus, op wie de tegenpartij zich meent te kunnen beroepen. Aan het eind van dit boek beticht Augustinus de tegenpartij van manicheïsche invloeden. Boek 2 weerlegt pelagiaanse opvattingen met behulp van gezagvolle uitspraken van tien bisschoppen: Irenaeus, Cyprianus, Reticius, Olympius, Hilarius, Gregorius van Nazianze, Ambrosius, Basilius, Johannes van Constantinopel en Innocentius met enkele andere priesters en onderlegde personen als Hiëronymus. Boek 3 weerlegt het eerste boek van Julianus. God heeft de mens goed geschapen. De menselijke begeerte is echter slecht, waardoor het vlees in spanning leeft met de geest. Niettemin kan dit kwaad op goede wijze worden aangewend door kuisheid of onthouding. Dit kwaad is niet van God afkomstig, maar is uit Adam ontstaan en van hem aan ons overgeleverd. Christus bracht echter verzoening tot stand. In boek 4 een reactie op het tweede boek van Julianus. Daarin aandacht voor de vraag of de deugden van ongelovigen als waarachtig kunnen worden beschouwd en of de begeerte een kwaad is.Boek 5 bevat een reactie op het derde boek van Julianus. Aan de orde komen het verband tussen de gevolgen van de erfzonde en het sacrament van de wedergeboorte, de relatie tussen de voorbestemden ten heil en de verworpenen, de uitleg van 1 Tess 4,4 en de rol van de begeerte tussen Maria en Jozef rond het geheim van Gods menswording. Boek 6 gaat ten slotte in op het vierde boek van Julianus. De rechtmatigheid van de kinderdoop wordt onderkend en gestaafd met schriftuurlijke argumenten uit Paulus' brieven aan de Romeinen en aan de Korinthiërs. Verder komen de rol en de gevolgen van de erfzonde bij pasgeborenen aan de orde en wat door het sacrament van de doop wordt teweeggebracht. De begeerte wordt in elk geval niet weggenomen. Ten slotte een weerlegging van de schriftuurlijke argumenten van Julianus uit Paulus en Ezechiël.
View
74429c. Iul. imp.Onvoltooid werk tegen de tweede beantwoording van Julianus van Aeclanum (vgl nr 73 c.Iul.), in zes boeken.
-Antipelagiaans-
Boek 1 bevat een verslag van een gesprek over drie punten. 1. Hoe kunnen aan jonge kinderen zonden worden aangerekend door God, indien Hij rechtvaardig is? 2. Hoe kan bij kinderen sprake zijn van zonde, als zonde met vrije wilskeuze gepaard gaat en kinderen daarover nog niet kunnen beschikken? 3. Hoe kan zonde als natuurlijk worden beschouwd als een mens de vrije wilskeuze heeft, waarmee men kan zondigen maar waarmee men zich ook van zonde kan onthouden. Boek 2 bevat discussie over Rom 5,12. Boek 3vervolgt met discussies over andere bijbelpassages rond de vraag of men kinderen zonden van ouders kan aanrekenen. Boek 4 bevat uitleg over 1 Joh 2,16 en W 12,10-11. Boek 5 behandelt de vraag of de geslachtsdaad met schande is behept, en of een geborene op aarde opnieuw geboren moet worden in het geloof. Vervolgens exegetische beschouwingen over 1 Kor 15,36-38, Rom 1,27, Mt 7,17 en 12,33. Aan het einde de vraag of God bij machte is uit mensen met een kwade wil enig goed tot stand te brengen. Boek 6 draagt eerst discussiemateriaal aan over de overdraagbaarheid van de oerzonde. Vervolgens volgt uitleg over 1 Kor 15,22.

View
80428c. Max.Reactie op Maximinus, twee boeken.
-Antiariaans- 
Aansluiting op de thema's van nr 22 conl.Max. Augustinus kan nu ingaan op wat door de ariaanse bisschop aan de orde is gesteld, en tevens aantonen dat Maximinus de argumenten van Augustinus niet heeft kunnen weerleggen tijdens het dispuut
View
101415c. Prisc.

De omgang met priscillianisten en origenisten, aan Orosius, een priester uit Spanje.
-Apologetiek- 
Orosius vraagt Augustinus om raad in de omgang met de priscillianisten en origenisten. Het gaat hierbij om volgelingen van de Spanjaard Priscillianus, die een soort ascetisch gnosticisme onderrichtte; en om volgelingen van Origenes. Aan de orde komen het ontstaan van de ziel als schepsel van God; de verhouding tussen Vader, Zoon en Geest; het karakter van het eeuwige vuur voor de duivel en zijn trawanten; en dat van de heerschappij van de Zoon aan het einde der tijden.

View
6420c. adu. leg.Tegen de tegenstanders van de wet en de profeten, twee boeken.
-Exegese- 
Gericht tegen de marcionieten of leden van een andere groepering, die menen dat God niet de wereld heeft gemaakt en evenmin door Mozes de wet heeft geschonken.
Boek 1 gaat in op alle passages uit het Oude Testament, die door de tegenpartij worden verworpen. Boek 2 gaat over die passages uit het Nieuwe Testament die met het Oude tegenstrijdig lijken.
View
420c. ep. Don.Tegen de brief van de ketter Donatus
-Antidonatistisch-
View
44396c. ep. Man.

Tegen de brief met de grondslagen van de manicheeërs.
-Antimanicheïsch- 
Onvoltooid werk waarin manicheïsche opvattingen worden weerlegd door die ideeën als onzeker en absurd voor te stellen.

View
45400c. ep. Parm.

Antwoord op de brief van Parmenianus, drie boeken.
-Antidonatistisch- 
Parmenianus was de donatistische bisschop van Carthago. De betreffende brief was gericht aan de donatist Tyconius, die uit de donatistische kerk was geëxcommuniceerd.
Boek 1: Uiteenzetting over de onrechtvaardigheden van parmenianen jegens katholieke gelovigen en over hoe christelijke vorsten pressie mogen uitoefenen op ketters en scheurmakers krachtens hun ambt en recht. Boek 2: Behandeling van schriftuurlijke argumenten, waarop de donatisten zich in het algemeen beroepen. De weerlegging ervan door de betreffende bijbelpassages stuk voor stuk te behandelen. Boek 3: Weerlegging van de schriftuurlijke argumenten, waarop de parmenianen zich beroepen.

View
Export: