Nr | Jaar | Afk▲ | Beschrijving | Vertalingen | |
---|---|---|---|---|---|
15 | 414 | b. uid. | Het goede van de weduwstaat. | Staat van ontlediging, staat van gebed / Augustinus ; vert. en ingel. door Anne-Marijke Silvius Janssen. - Brugge: Tabor, 1992. - p. 83-125. - ISBN: 90-6597-016-9. | |
12 | 400 | bapt. | De doop, zeven boeken. | ||
13 | 386 | beata u. | Het gelukkige leven. | Over het gelukkige leven / Augustinus ; vert. door Rein Ferwerda. - Kampen: Agora, 2003 (= herdruk 1999). - ISBN: 90-391-0881-1. - 123 p. - Latijn- Nederlands. - | |
16 | 411 | breuic. | Kort verslag van de conferentie met donatisten. -Antidonatistisch- Aan deze driedaagse kerkvergadering over acht dagen verspreid en op keizerlijk initiatief in 411 bijeengeroepen namen katholieke en donatistische bisschoppen deel. In het verslag wordt steeds verwezen naar de notulen die van deze belangwekkende beraadslagingen zijn gemaakt. Het verslag is bedoeld voor mensen die niet aan de conferentie hebben deelgenomen. | ||
3 | 394 | c. Adim. | Tegen de manicheïsche leerling Adimantus -Antimanicheïsch- Uitleg van tegenstrijdigheden tussen Oude en Nieuwe Testament, op grond waarvan de manicheeërs het canonieke gezag van het Oude Testament afwijzen. | ||
19 | 0 | c. Cent. | Tegen hetgeen Centurius heeft overgebracht van de donatisten. -Antidonatistisch- | ||
34 | 412 | c. Don. | Aansporing aan de donatisten. -Antidonatistisch- Op basis van de driedaagse conferentie van katholieken en donatisten in 411 richt Augustinus zich rechtstreeks tot de donatistische gelovigen met een aansporing om zich niet langer door hun eigen bisschoppen te laten bedriegen. | ||
50 | 397 | c. Faust. | In discussie met de manicheeër Faustus, 33 boeken. | ||
51 | 398 | c. Fel. | In discussie met de manicheeër Felix, twee boeken. | Debatten over God en wereld : Tegen de manicheeërs Fortunatus en Felix / Aurelius Augustinus; vertaald en toegelicht door Roald Dijkstra en Vincent Hunink, ingeleid door Hans van Reisen. - Budel: Damon, 2017. ISBN: 9789463400305, 169 p. | |
2 | 392 | c. Fort. | In discussie met Fortunatus. | Debatten over God en wereld : Tegen de manicheeërs Fortunatus en Felix / Aurelius Augustinus; vertaald en toegelicht door Roald Dijkstra en Vincent Hunink, ingeleid door Hans van Reisen. - Budel: Damon, 2017. ISBN: 9789463400305, 169 p. | |
56 | 421 | c. Gaud. | Reactie op de donatistische bisschop Gaudentius, twee boeken. -Antidonatistisch- Boek 1 weerlegt twee brieven van Gaudentius aan Dulcitius. In boek 2 wordt Gaudentius' reactie op het eerste boek ontzenuwd. | ||
68 | 0 | c. Hill. | Tegen Hilarus. | ||
73 | 421 | c. Iul. | Reactie op Julianus van Aeclanum, zes boeken. -Antipelagiaans- Boek 1 verdedigt de katholieke opvattingen over de erfzonde als weergegeven in nr 88 nupt. et conc. tegenover Julianus, die in een geschrift van vier boeken Augustinus van repliek had gediend. De verdediging stoelt op gezagvolle uitspraken van Basilius en Johannes Chrysostomus, op wie de tegenpartij zich meent te kunnen beroepen. Aan het eind van dit boek beticht Augustinus de tegenpartij van manicheïsche invloeden. Boek 2 weerlegt pelagiaanse opvattingen met behulp van gezagvolle uitspraken van tien bisschoppen: Irenaeus, Cyprianus, Reticius, Olympius, Hilarius, Gregorius van Nazianze, Ambrosius, Basilius, Johannes van Constantinopel en Innocentius met enkele andere priesters en onderlegde personen als Hiëronymus. Boek 3 weerlegt het eerste boek van Julianus. God heeft de mens goed geschapen. De menselijke begeerte is echter slecht, waardoor het vlees in spanning leeft met de geest. Niettemin kan dit kwaad op goede wijze worden aangewend door kuisheid of onthouding. Dit kwaad is niet van God afkomstig, maar is uit Adam ontstaan en van hem aan ons overgeleverd. Christus bracht echter verzoening tot stand. In boek 4 een reactie op het tweede boek van Julianus. Daarin aandacht voor de vraag of de deugden van ongelovigen als waarachtig kunnen worden beschouwd en of de begeerte een kwaad is.Boek 5 bevat een reactie op het derde boek van Julianus. Aan de orde komen het verband tussen de gevolgen van de erfzonde en het sacrament van de wedergeboorte, de relatie tussen de voorbestemden ten heil en de verworpenen, de uitleg van 1 Tess 4,4 en de rol van de begeerte tussen Maria en Jozef rond het geheim van Gods menswording. Boek 6 gaat ten slotte in op het vierde boek van Julianus. De rechtmatigheid van de kinderdoop wordt onderkend en gestaafd met schriftuurlijke argumenten uit Paulus' brieven aan de Romeinen en aan de Korinthiërs. Verder komen de rol en de gevolgen van de erfzonde bij pasgeborenen aan de orde en wat door het sacrament van de doop wordt teweeggebracht. De begeerte wordt in elk geval niet weggenomen. Ten slotte een weerlegging van de schriftuurlijke argumenten van Julianus uit Paulus en Ezechiël. | ||
74 | 429 | c. Iul. imp. | Onvoltooid werk tegen de tweede beantwoording van Julianus van Aeclanum (vgl nr 73 c.Iul.), in zes boeken. -Antipelagiaans- Boek 1 bevat een verslag van een gesprek over drie punten. 1. Hoe kunnen aan jonge kinderen zonden worden aangerekend door God, indien Hij rechtvaardig is? 2. Hoe kan bij kinderen sprake zijn van zonde, als zonde met vrije wilskeuze gepaard gaat en kinderen daarover nog niet kunnen beschikken? 3. Hoe kan zonde als natuurlijk worden beschouwd als een mens de vrije wilskeuze heeft, waarmee men kan zondigen maar waarmee men zich ook van zonde kan onthouden. Boek 2 bevat discussie over Rom 5,12. Boek 3vervolgt met discussies over andere bijbelpassages rond de vraag of men kinderen zonden van ouders kan aanrekenen. Boek 4 bevat uitleg over 1 Joh 2,16 en W 12,10-11. Boek 5 behandelt de vraag of de geslachtsdaad met schande is behept, en of een geborene op aarde opnieuw geboren moet worden in het geloof. Vervolgens exegetische beschouwingen over 1 Kor 15,36-38, Rom 1,27, Mt 7,17 en 12,33. Aan het einde de vraag of God bij machte is uit mensen met een kwade wil enig goed tot stand te brengen. Boek 6 draagt eerst discussiemateriaal aan over de overdraagbaarheid van de oerzonde. Vervolgens volgt uitleg over 1 Kor 15,22. | ||
80 | 428 | c. Max. | Reactie op Maximinus, twee boeken. -Antiariaans- Aansluiting op de thema's van nr 22 conl.Max. Augustinus kan nu ingaan op wat door de ariaanse bisschop aan de orde is gesteld, en tevens aantonen dat Maximinus de argumenten van Augustinus niet heeft kunnen weerleggen tijdens het dispuut | ||
101 | 415 | c. Prisc. | De omgang met priscillianisten en origenisten, aan Orosius, een priester uit Spanje. | ||
6 | 420 | c. adu. leg. | Tegen de tegenstanders van de wet en de profeten, twee boeken. -Exegese- Gericht tegen de marcionieten of leden van een andere groepering, die menen dat God niet de wereld heeft gemaakt en evenmin door Mozes de wet heeft geschonken. Boek 1 gaat in op alle passages uit het Oude Testament, die door de tegenpartij worden verworpen. Boek 2 gaat over die passages uit het Nieuwe Testament die met het Oude tegenstrijdig lijken. | ||
42 | 0 | c. ep. Don. | Tegen de brief van de ketter Donatus -Antidonatistisch- | ||
44 | 396 | c. ep. Man. | Tegen de brief met de grondslagen van de manicheeërs. | ||
45 | 400 | c. ep. Parm. | Antwoord op de brief van Parmenianus, drie boeken. |