Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

131 records found
NrJaar▼AfkBeschrijvingVertalingen
31388diu. qu.

Drieëntachtig vraagstukken.
-Filosofie, Exegese, Dogmatiek- 
Een inhoudsoverzicht van de 83 vraagstukken die in dit werk aan de orde komen geeft Augustinus in nr.111 retr. 1,26. Het werk bevat de behandeling van verschillende wijsgerige, exegetische, theologische en kerkelijke vraagstukken.

View
75388lib. arb.

De vrije wilskeuze, drie boeken.
-Antimanicheïsch- 
Verbatim van een reeks gesprekken tussen Augustinus en Evodius. In boek 1 de vraag naar de oorsprong van het kwaad. Daartoe eerst gezocht naar de kern van een slechte daad. Elke slechte daad komt voort uit de vrije wilskeuze van mensen. De menselijke geest kan immers door niemand worden gedwongen de hartstocht te dienen die bij elke slechte daad invloed uitoefent. In boek 2 drie vragen in verband met het feit dat de vrije wilskeuze als gave van God aan mensen wordt gezien: 1. Hoe kan Gods bestaan worden aangetoond? 2. Is al het goede door God geschapen? 3. Is de vrije wilskeuze een goed? In boek 3 de motieven waarmee de menselijke wil zich afkeert van het hoogste goed. Vervolgens de schijnbare tegenspraak tussen Gods voorkennis en de vrije wilskeuze van een mens. Uitleg waarom de Schepper geen verantwoordelijkheid draagt voor elke daad van een schepsel. God verdient veeleer lof voor de schepping als zodanig en voor de bestraffing van elk schepsel. De plaats van de oerzonde die niet zonder reden overging op het nageslacht van Adam, leidt tot een reeks moeilijke vragen over Gods straf voor de oerzonde en over de betekenis van het kwaad dat niet aan de vrije wilskeuze is te wijten.

Over de vrije wilskeuze / Augustinus ; vert. en ingel. door Olav J.L. Albers OSA. - Baarn: Ambo, 1994. - ISBN: 90-263-1309-8. View
83388mor.

De levenswijze van de katholieke kerk en over die van de manicheeërs, twee boeken.
-Antimaniche?sch- 
In boek 1 een uiteenzetting van de moraliteit in de kerk: alles wordt op het hoogste goed betrokken. Het hoogste goed voor de mens is God, zoals het hoogste goed van het lichaam de ziel is, omdat het lichaam daarvan leven, kracht en schoonheid ontvangt. Van God kan bovendien worden gezegd dat een mens niet bang hoeft te zijn Hem te verliezen. Wie gelukkig wil worden, tracht het hoogste goed zo te beminnen en te bezitten dat men geen angst heeft het te verliezen. Het beminnen en het bezitten maken genieten mogelijk. Men moet met de hoogste liefde naar Gods genot streven. Daartoe worden verschillende passages uit Oude en Nieuwe Testament aangehaald en toegelicht. Vervolgens worden de vier deugden toegelicht, waarmee de liefde op verschillende manieren wordt versterkt: matigheid, sterkte, rechtvaardigheid en voorzichtigheid. De matigheid heeft tot taak de hartstochten tot rust te brengen. De sterkte dient om de dingen die de ziel van God afhouden, te durven prijsgeven, in het bijzonder het aardse lichaam, niet uit geringschatting voor het lichamelijke, maar uit verlangen naar het verheerlijkte lichaam van de verrijzenis. De rechtvaardigheid helpt iemand God van harte te beminnen. De voorzichtigheid leert te onderscheiden wat moet worden nagestreefd en wat vermeden.
De liefde tot God is niet te scheiden van die tot de naaste en die tot zichzelf. Zij sluiten elkaar niet uit maar in. De liefde tot de mens omvat twee niveaus: de barmhartigheid jegens het lichaam en de barmhartigheid jegens de ziel. Beide worden uitgewerkt.
In boek 2 aandacht voor de manicheïsche opvattingen over de oorsprong en de aard van het kwaad. In tegenstelling tot de manicheeërs beargumenteert Augustinus het inzicht dat niet de mond, niet de handen, noch de schoot oorzaak van het kwaad zijn. Hierna beschrijving van en kritiek op de ascetische mysteriepraktijken van de manicheïsche volmaakten.

God zoeken met de zinnen? De leefwijze van de kerk en de leefwijze van de manicheeërs [De moribus ecclesiae et de moribus manichaeorum] / Aurelius Augustinus ; ingeleid, vert., en van aant. voorzien door Elly Houtsma, Marijke Nota-Renders en Hans van Reisen; m.m.v. Hugo De Lil. - Budel: Damon, 2008. - 147 p. - ISBN: 978-90-5573-8533 3 . Gedeelten uit De moribus ecclesiae van St. Augustinus / vert. door de augustinessen van St.Monica. - Amsterdam, 1974. View
11387arith.De rekenkunde
-Exegese-
View
29387dial.De redeneerkunde.
-Leerboek- 
Onvoltooid gebleven werk dat deel uitmaakte van de reeks disciplinarum libri waarin Augustinus zich had voorgenomen de afzonderlijke artes uit te werken.
View
98387phil.De wijsbegeerte.
-Exegese- 
Zie nr 63 gramm.
View
10387an. quant.

De grootte van de ziel.
-Filosofie- 
Verbatim van een gesprek tussen Augustinus en Evodius. Zes vragen: 1. Waar komt de ziel vandaan? 2. Wat is een ziel? 3. Hoe groot is een ziel? 4. Waarom wordt de ziel verenigd met het lichaam? 5. Wat is het gevolg van die vereniging? 6. Wat is het gevolg van de scheiding tussen ziel en lichaam? De beantwoording van de derde vraag staat centraal. De titel van dit werk is aan deze kwestie ontleend. De ziel bezit grootte in de figuurlijke betekenis van het woord. Zij bezit dus geen omvang zoals een lichaam, maar kan niettemin wel groot worden genoemd vanwege haar capaciteiten.

De grootte van de ziel / Augustinus ; vert. door Olav J.L. Albers. - Amsterdam : Ambo, 1997. - ISBN: 90-263-1410-8. View
60387geom.De meetkunde.
-Exegese- 
Zie nr 63 gramm.
View
63387gramm.De grammatica (Regulae) (Ars breviata) 
-Leerboek- 
Dit geschrift maakt deel uit van een onvoltooid gebleven project van de disciplinarum libri waarbij Augustinus zich had voorgenomen de verschillende artes uiteen te zetten. In dit boek over de grammatica worden de Latijnse taalregels beschreven.
View
69387imm. an.De onsterfelijkheid van de ziel.
-
Filosofie- 
Ontstaan doordat de beantwoording van de vraag naar de onsterfelijkheid van de ziel in het tweede boek van nr 120 sol. niet werd afgerond. Hoofdthema's zijn de verbanden tussen de eeuwigheid, de waarheid, de ziel, het verstand, het zijn, de substantie, het lichaam, de veranderlijkheid en het niets. Augustinus toont zich over dit werk niet tevreden (Vgl. retr. 1,5): kort, verwrongen en onhelder van karakter, vermoeiend om te lezen en onduidelijk van doelstelling.
De immortalitate animae van Aurelius Augustinus / vert. en van comm. voorzien door Cornelia Wilhelmina Wolfskeel. - Utrecht 1973. - p. 52-238. View
84387mus.De dichtkunst, zes boeken.
-Exegese-
Dit is het enige onomstreden en voltooide werk van Augustinus over een ars (vgl nr 63 gramm). Het boek gaat over maatvoeten en versvormen. Verslag in dialoogvorm tussen een leraar en een leerling. De eerste vijf boeken zijn ontstaan tijdens de laatste periode van Augustinus' verblijf in de buurt van Rome. In deze boeken worden voornamelijk klassieke auteurs als auctoritates aangehaald. Het zesdeis geschreven in Thagaste. Daarin staan vooral verwijzingen naar de Heilige Schrift. In dit laatste boek ook aandacht voor getallensymboliek.
View
110387rhet.De welsprekendheid.
-
Leerboek- 
Onvoltooid gebleven werk dat deel uitmaakte van de reeks disciplinarum libri waarin Augustinus zich had voorgenomen de afzonderlijke artes uit te werken.

View
120387sol.

Alleenspraken, twee boeken.
-Filosofie- 
Verbatim van enkele gesprekken van Augustinus met zichzelf in de figuur van de rede. Na een hymnisch gebed tot God om hulp staat in boek 1 de vraag centraal hoe iemand tot wijsheid komt. De wijsheid wordt niet gekend door de zintuigen maar door het verstand. In het zoeken naar wijsheid zijn drie zaken van belang. Goede ogen, het vermogen om te leren kijken en het vermogen om te leren zien: geloof, hoop en liefde voor de ziel op zoek naar God. Voor de ogen van het verstand bestaan dezelfde problemen om naar de lichtbron te zien, als voor de lichamelijke ogen om naar de zon te zien. Er is echter één verschil: de lichamelijke ogen kunnen zich ongevraagd, tot hun eigen nadeel, naar de zon richten; de ogen van het verstand ontdekken alleen de Bron van het licht als deze zich laat zien. De waarheid is onsterfelijk: als iets waars ten onder gaat, sterft de waarheid niet. Dat betekent dat de waarheid zich in onvergankelijke dingen bevindt.
In boek 2 - binnen het kader van de vraag naar de waarheid - komt de vraag aan de orde naar de onsterfelijkheid van de ziel, omdat de waarheid niet kan bestaan zonder een waarnemer. De waarheid vergaat niet; de ziel dus evenmin. In de vraag naar het kennen van de waarheid wordt uitvoerig gezocht naar het kenmerk van de waarheid. Het ware komt men op het spoor door tevens na te gaan wat onwaar is. Onware dingen bestaan in bedriegelijkheid en leugenachtigheid. Met bedrog wordt bewust onwaarheid beoogd; met een leugen niet. De beantwoording van de vraag naar de onsterfelijkheid van de ziel blijft echter onafgerond en komt opnieuw aan de orde in nr 69 imm. an.

Over het gelukkige leven en Alleenspraken / Augustinus; vert. door J.A. van Lieshout. - Amsterdam : Wereldbibliotheek, 1936 / 1941, 81-192. View
1386Acad.

Tegen de academici, drie boeken. 
-Filosofie-
Verbatim van drie gesprekken tussen Augustinus en de jongemannen Licentius, de zoon van Romanianus, en Trygetius. Licentius is voorstander van de nieuwe academische stroming waarin de overtuiging heerst dat het zoeken naar waarheid op zichzelf al het gelukkige leven insluit. Trygetius meent echter dat het begrijpen van waarheid daartoe noodzakelijk is.
In boek 1 staan de omschrijvingen centraal van de begrippen error en sapientia. Boek 2 is in drieën ingedeeld: 1. Het verschil tussen het oude en nieuwe onderricht van de academici. 2. Een weerlegging van de opvatting dat het streven naar waarschijnlijkheid het hoogst haalbare is in het begrip van de waarheid. 3. Het begrip waarschijnlijkheid (verissimile / probabile). In boek 3 staan twee kennistheoretische verkenningen: 1. De verhouding tussen wijsheid en levenslot: voor een wijze is het lot hulp noch hindernis. 2. Een onderzoek naar een omschrijving waarin alleen de zintuiglijke indrukken begrepen kunnen worden die met het ware overeenkomen. Ten slotte de weerlegging van twee opvattingen van de academici waarin zij van mening zijn dat niets kan worden begrepen en waarin zij menen dat men met niets mag instemmen.

Tegen de Academici / Augustinus ; vert. door Olav J.L. Albers. - Baarn: Agora, 1999. - ISBN:90-391-0792-0. View
13386beata u.

Het gelukkige leven.
-
Filosofie- 
Dit boek is geschreven tijdens de werkzaamheden voor Contra Academicos. Ontstaan bij gelegenheid van Augustinus' verjaardag uit een driedaags gesprek. In het gesprek komt vast te staan dat een gelukkig leven niets anders is dan volmaakte godskennis.
In het voorwoord een opdracht aan Theodorus en Manlius; verder een onderzoek naar de betekenis van christelijke wijsbegeerte en een beschrijving van de gelegenheid van de gesprekken.
De drie volgende gedeelten bevatten een verslag van de drie gesprekken. In het eerste gesprek de ontdekking dat iemand die niet heeft wat hij verlangt, ongelukkig is. En ook iemand die wel heeft wat hij verlangt, kan ongelukkig zijn. De vraag luidt dan: Wat moet een mens verlangen om gelukkig te worden? Moet men daarvoor God bezitten?
In het tweede gesprek de vraag op welke manier men God kan bezitten dat men gelukkig wordt. Hierover bestaan drie opvattingen. De derde komt uitgebreid aan bod: van iemand in wie geen onreine geest is, kan men zeggen dat die God bezit. Met onreine geest vervuld heet degene die als door een duivel is bezeten, of wiens ziel met ondeugden en zonden is bezoedeld. Wie zich door ondeugden en zonden van God vervreemdt, is ongelukkig en vindt God niet genadig. Wie God zoekt, bezit Hem als genadige God maar is nog niet gelukkig. Wie God gevonden heeft, bezit Hem als een genadige God en is tevens gelukkig. 
In het derde gesprek de vraag of alle ongelukkigen gebrek lijden. Een bevestigend antwoord leidt nog niet tot de conclusie dat allen die geen gebrek lijden, gelukkig zijn. Iemand die geen gebrek heeft, kent immers angst om te verliezen en om gebrek te gaan lijden. Kan dat erop duiden dat een arme wijze gelukkig kan zijn, en dat wie geen wijsheid bezit, gebrek lijdt? Wie wijsheid bezit, is gelukkig. Wijsheid is de juiste maat voor de ziel. Wijsheid is datgene waardoor de ziel in evenwicht wordt gehouden

Over het gelukkige leven / Augustinus ; vert. door Rein Ferwerda. - Kampen: Agora, 2003 (= herdruk 1999). - ISBN: 90-391-0881-1. - 123 p. - Latijn- Nederlands. - View
92386ord.

De orde, twee boeken.
-Filosofie- 
Het werk is opgedragen aan Zenobius. Verslag van twee gesprekken tussen Augustinus, Licentius en Trygetius. Hoofdvraag is hoe de wereldorde met God samenhangt. Daarnaast discussie over de verhouding tussen de zintuiglijke waarneming en de verstandelijke kennis; de verhouding tussen gezag en geweten; de plaats van het geheugen; het wezen van de schoonheid; de functie van de rede in de cultuur en over de noodzaak van morele oefening en wetenschappelijke vorming.

De orde [De ordine] / vert. en ingel. door Cornelis Verhoeven. - Budel: Damon, 2000. - ISBN: 90-5573-159-5. -126 p. . View
104380pulch.Schoonheid en harmonie.
-Exegese- 
De inhoud van dit niet meer bewaarde werk beschrijft Augustinus in conf 4,24. De schoonheid wordt als het wezenlijkste van de stoffelijke dingen gezien; de harmonie als wezenlijkste van de geestelijke dingen. Bij de geestelijke dingen geldt een onderscheid tussen deugdzame en ondeugdzame dingen. De deugdzame staan in verband met eenheid en verder met het redelijke verstand, de waarheid en het hoogste goed. Ondeugdzame dingen staan in verband met verdeeldheid en verder met het onredelijke leven en het kwaad.
View
40adm.Terechtwijzing aan het adres van de donatisten over hun houding tot de Maximianisten. 
-Antidonatistisch-
View
190c. Cent.Tegen hetgeen Centurius heeft overgebracht van de donatisten. 
-Antidonatistisch-
View
420c. ep. Don.Tegen de brief van de ketter Donatus
-Antidonatistisch-
View
Export: