Nr▼ | Jaar | Afk | Beschrijving | Vertalingen | |
---|---|---|---|---|---|
91 | 400 | op. mon. | Het werk van monniken. | Het werk van monniken / Augustinus ; vert. door Laurens Baas en Vincent Hunink; ingel. door Paul van Geest. - Zoetermeer: Boekencentrum, 2002. - ISBN: 90-211-6125-7. | |
90 | 419 | qu. uet. t. | Acht vraagstukken over het Oude Testament. -Exegese- In feite tien kwesties over enkele aspecten van de rechtvaardigheid in het algemeen | ||
89 | 422 | Dulc. qu. | Acht vraagstukken van Dulcitius. -Exegese- De acht kwesties betreffen de volgende onderwerpen: 1. Blijven gedoopte zondaars uit de hel? 2. Mag men voor zichzelf aan doden offeren? 3. Wat is het verband tussen het laatste oordeel en de wederkomst van de Heer? 4. Wat behelst de zegen aan de kinderen van de rechtvaardigen zoals beloofd in de psalmen? 5. Hoe werd David naar Gods hart uitverkoren? 6. Werd Samuël werkelijk door een python uit de onderwereld weggeroepen? 7. Hoe ontliep Sara de verkrachting van Abimelech en de farao? 8. Was de Geest Gods die over de wateren zweefde tijdens de dagen van de schepping, de Heilige Geest? | ||
88 | 419 | nupt. et conc. | Huwelijk en begeerte, twee boeken. | ||
87 | 0 | c. n. Don. | Tegen een onbekende donatist. -Antidonatistisch- | ||
86 | 413 | nat. et gr. | Natuur en genade. | Vier antipelagiaanse geschriften / Aurelius Augustinus ; vertaling [uit het Latijn] Izak Wisse en Raf Debaene ; ingeleid door Anthony Dupont en Mathijs Lamberigts. - Kampen : Klement, 2014, ISBN: 978-90-8687-125-4. [Kalmthout] : Pelckmans, 2014, ISBN: 978-90-289-7558-3.- 414 p. ; 23 cm. | |
85 | 399 | nat. b. | De natuur van het goede. | ||
84 | 387 | mus. | De dichtkunst, zes boeken. -Exegese- Dit is het enige onomstreden en voltooide werk van Augustinus over een ars (vgl nr 63 gramm). Het boek gaat over maatvoeten en versvormen. Verslag in dialoogvorm tussen een leraar en een leerling. De eerste vijf boeken zijn ontstaan tijdens de laatste periode van Augustinus' verblijf in de buurt van Rome. In deze boeken worden voornamelijk klassieke auteurs als auctoritates aangehaald. Het zesdeis geschreven in Thagaste. Daarin staan vooral verwijzingen naar de Heilige Schrift. In dit laatste boek ook aandacht voor getallensymboliek. | ||
83 | 388 | mor. | De levenswijze van de katholieke kerk en over die van de manicheeërs, twee boeken. | God zoeken met de zinnen? De leefwijze van de kerk en de leefwijze van de manicheeërs [De moribus ecclesiae et de moribus manichaeorum] / Aurelius Augustinus ; ingeleid, vert., en van aant. voorzien door Elly Houtsma, Marijke Nota-Renders en Hans van Reisen; m.m.v. Hugo De Lil. - Budel: Damon, 2008. - 147 p. - ISBN: 978-90-5573-8533 3 . Gedeelten uit De moribus ecclesiae van St. Augustinus / vert. door de augustinessen van St.Monica. - Amsterdam, 1974. | |
82 | 420 | c. mend. | Tegen de leugen. | Liegen en leugens [De mendacio & Contra mendacium] / Aurelius Augustinus ; vertaald en toegelicht door Vincent Hunink, ingeleid door Paul van Geest . - Budel : Damon, 2010. - 173 p. ; 21 cm. – ISBN: 978-90-5573-9813. | |
81 | 394 | mend. | De leugen. | Zie : De Stad Gods: maandblad van de zr Augustinessen van St. Monica. - jrg 19 (1952-1953). - passim. Liegen en leugens [De mendacio & Contra mendacium] / Aurelius Augustinus ; vertaald en toegelicht door Vincent Hunink, ingeleid door Paul van Geest . - Budel : Damon, 2010. - 173 p. ; 21 cm. – ISBN: 978-90-5573-9813. | |
80 | 428 | c. Max. | Reactie op Maximinus, twee boeken. -Antiariaans- Aansluiting op de thema's van nr 22 conl.Max. Augustinus kan nu ingaan op wat door de ariaanse bisschop aan de orde is gesteld, en tevens aantonen dat Maximinus de argumenten van Augustinus niet heeft kunnen weerleggen tijdens het dispuut | ||
79 | 0 | Max. | Over de maximianisten tegen de donatisten. -Antidonatistisch- | ||
78 | 389 | mag. | De leermeester. -Exegese- Het betreft hier een verbatim van een gesprek tussen Augustinus en Adeodatus. Men vermoedt ten aanzien van het tweede gedeelte een redactionele hand, omdat daarin sprake is van een doorlopend betoog. Aan de orde komt de vraag naar het wezenlijke van het leraarschap. De ware leraar is degene die onderricht geeft om God te leren kennen. In de inleidende dialoog wordt spreken omschreven als het geven van tekens. Er bestaan tekens die betekenis krijgen door tekens, en dingen die zelf geen tekens zijn maar betekenis kunnen krijgen door daden of door tekens. In de doorlopende beschouwing ten eerste een uiteenzetting dat woorden op zichzelf niets kunnen leren. Ten tweede een uitleg dat de waarheid die in de betekenis van woorden ligt besloten, in mensen woont en dat die waarheid Christus is. Ten slotte een betoog over de geringe waarde van gesproken woorden in het onderwijs als de werking van de innerlijke waarheid die Christus is, niet aan het woord komt. | De magistro / Augustinus ; vert. en van comm. voorzien door Gerard Wijdeveld. - Amsterdam, Paris, 1938. | |
77 | 419 | loc. | Kanttekeningen bij de heptateuch, zeven boeken. -Exegese- In dit boek worden taalkundige zaken behandeld over de eerste zeven boeken van de bijbel: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua en Rechters. Het Latijn van de door Augustinus gebruikte bijbelvertaling wordt kritisch bekeken in het licht van de Latijnse grammatica. Onduidelijkheden worden toegelicht vanuit wat Augustinus meent te weten over de Hebreeuwse of Griekse taal. | ||
76 | 401 | c. litt. Pet. | Antwoord op de brief van Petilianus, drie boeken. | ||
75 | 388 | lib. arb. | De vrije wilskeuze, drie boeken. | Over de vrije wilskeuze / Augustinus ; vert. en ingel. door Olav J.L. Albers OSA. - Baarn: Ambo, 1994. - ISBN: 90-263-1309-8. | |
74 | 429 | c. Iul. imp. | Onvoltooid werk tegen de tweede beantwoording van Julianus van Aeclanum (vgl nr 73 c.Iul.), in zes boeken. -Antipelagiaans- Boek 1 bevat een verslag van een gesprek over drie punten. 1. Hoe kunnen aan jonge kinderen zonden worden aangerekend door God, indien Hij rechtvaardig is? 2. Hoe kan bij kinderen sprake zijn van zonde, als zonde met vrije wilskeuze gepaard gaat en kinderen daarover nog niet kunnen beschikken? 3. Hoe kan zonde als natuurlijk worden beschouwd als een mens de vrije wilskeuze heeft, waarmee men kan zondigen maar waarmee men zich ook van zonde kan onthouden. Boek 2 bevat discussie over Rom 5,12. Boek 3vervolgt met discussies over andere bijbelpassages rond de vraag of men kinderen zonden van ouders kan aanrekenen. Boek 4 bevat uitleg over 1 Joh 2,16 en W 12,10-11. Boek 5 behandelt de vraag of de geslachtsdaad met schande is behept, en of een geborene op aarde opnieuw geboren moet worden in het geloof. Vervolgens exegetische beschouwingen over 1 Kor 15,36-38, Rom 1,27, Mt 7,17 en 12,33. Aan het einde de vraag of God bij machte is uit mensen met een kwade wil enig goed tot stand te brengen. Boek 6 draagt eerst discussiemateriaal aan over de overdraagbaarheid van de oerzonde. Vervolgens volgt uitleg over 1 Kor 15,22. | ||
73 | 421 | c. Iul. | Reactie op Julianus van Aeclanum, zes boeken. -Antipelagiaans- Boek 1 verdedigt de katholieke opvattingen over de erfzonde als weergegeven in nr 88 nupt. et conc. tegenover Julianus, die in een geschrift van vier boeken Augustinus van repliek had gediend. De verdediging stoelt op gezagvolle uitspraken van Basilius en Johannes Chrysostomus, op wie de tegenpartij zich meent te kunnen beroepen. Aan het eind van dit boek beticht Augustinus de tegenpartij van manicheïsche invloeden. Boek 2 weerlegt pelagiaanse opvattingen met behulp van gezagvolle uitspraken van tien bisschoppen: Irenaeus, Cyprianus, Reticius, Olympius, Hilarius, Gregorius van Nazianze, Ambrosius, Basilius, Johannes van Constantinopel en Innocentius met enkele andere priesters en onderlegde personen als Hiëronymus. Boek 3 weerlegt het eerste boek van Julianus. God heeft de mens goed geschapen. De menselijke begeerte is echter slecht, waardoor het vlees in spanning leeft met de geest. Niettemin kan dit kwaad op goede wijze worden aangewend door kuisheid of onthouding. Dit kwaad is niet van God afkomstig, maar is uit Adam ontstaan en van hem aan ons overgeleverd. Christus bracht echter verzoening tot stand. In boek 4 een reactie op het tweede boek van Julianus. Daarin aandacht voor de vraag of de deugden van ongelovigen als waarachtig kunnen worden beschouwd en of de begeerte een kwaad is.Boek 5 bevat een reactie op het derde boek van Julianus. Aan de orde komen het verband tussen de gevolgen van de erfzonde en het sacrament van de wedergeboorte, de relatie tussen de voorbestemden ten heil en de verworpenen, de uitleg van 1 Tess 4,4 en de rol van de begeerte tussen Maria en Jozef rond het geheim van Gods menswording. Boek 6 gaat ten slotte in op het vierde boek van Julianus. De rechtmatigheid van de kinderdoop wordt onderkend en gestaafd met schriftuurlijke argumenten uit Paulus' brieven aan de Romeinen en aan de Korinthiërs. Verder komen de rol en de gevolgen van de erfzonde bij pasgeborenen aan de orde en wat door het sacrament van de doop wordt teweeggebracht. De begeerte wordt in elk geval niet weggenomen. Ten slotte een weerlegging van de schriftuurlijke argumenten van Julianus uit Paulus en Ezechiël. | ||
72 | 426 | adu. Iud. | De verhouding met de joden. -Apologetiek- Een preek voor christenen als toerusting in de omgang met de joden en de omgang met joodse invloeden op de kerkgemeenschap. Pleidooi voor een geestelijke uitleg van de tora. | Provocatie, Augustinus' preek tegen de Joden : Theologisch essay / Wessel H. ten Boom. - Kampen : Kok, 2006. - 408 p. ; 24 cm. - ISBN: 90-435-1261-3. - p. 26-46. |