Filioque is een Latijnse formule uit de Geloofsbelijdenis. Deze werd in 1014 aan het Credo van Nicea-Constantinopel toegevoegd, hetgeen niet werd geaccepteerd door de oosters-orthodoxe Kerk. Filioque betekent: 'en de Zoon'. Bedoeld wordt dat de Heilige Geest voortkomt uit zowel de Vader als de Zoon. De westerse christenheid wilde hiermee ruimte geven aan het Bijbelse gegeven dat ook de Zoon de Geest zendt en niet alleen de Vader. Hiermee wilde men een impliciete onderschikking van de Zoon en de Geest ten opzichte van de Vader voorkomen. De oosterse christenheid verweet het Westen dat de heilige Geest hiermee ondergeschikt werd gemaakt aan de Vader en de Zoon, en dat hiermee niet genoeg recht werd gedaan aan de Vader. Het Filioque vormde lange tijd een twistpunt tussen de westerse en de oosterse Kerk, maar vormde niet de aanleiding voor het Grote Schisma van 1054, zoals vaak gedacht wordt.