Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Descartes, René » niet-wetenschappelijke artikelen » Speurtocht naar de schedel van René Descartes

Speurtocht naar de schedel van René Descartes

Margetekst
Over de vermeende schedel van Descartes weet Russell Shorto onderhoudend te vertellen. Maar als hij ingaat op de betekenis van de filosoof voor onze cultuur, gaat de auteur wel heel kort door de bocht, vindt Marinus de Baar.
 
Eerste twee alinea's
Hebben grote denkers meer hersenen en dus een grotere schedel? Dat was, met verwijzing naar de schedel van Descartes, in de negentiende eeuw een punt van discussie. Als de geest kan worden gelijkgesteld met zijn materiële basis, de hersenen, dan zou de omvang ervan een belangrijke rol spelen: hoe meer hoe knapper.

Een Duitse geleerde, Rudolf Wagner, wilde rond 1850 geest en geloof redden van deze afdaling naar hersenkwab en hypofyse door de hersenen en schedels van grote geleerden en gewone mensen te vergelijken en aan te tonen dat die onderling niet erg verschillen. Hij stelde een lijst op van 964 hersenen die werd aangevoerd door een gewone werkman en een ’imbeciel’, terwijl de eminente wiskundige Carl Friedrich Gauss pas op plaats 125 kwam.


Marinus de Baar, 'Speurtocht naar de schedel van René Descartes', in: Trouw, 10 januari 2009.

Bron: Tilburg School of Catholic Theology
Externe link: Bekijk hier het artikel online.