In hoofdstuk IV, getiteld ‘Jan van het Kruis (1542-1591). Doorschijnend tot op God’ (pp. 142-176), geeft Hein Blommestijn een korte biografische schets van Johannes van het Kruis om vervolgens dieper in te gaan op diens gedicht en bijbehorend commentaar Geestelijk Hooglied. Blommestijn doet dit aan de hand van Sint Jans teksten die hij van eigen commentaar voorziet. Het gedicht ‘Geestelijk hooglied’ was het eerste (bekende) dat Johannes schreef en is karakteristiek voor zijn mystiek. Centraal staan de hunkering naar Gods alomvattende liefde, de hartstochtelijke zoektocht naar God en de liefdespijn, de ontsluiering van Gods aanwezigheid, de godsontmoeting, de vereniging van liefde tussen de ziel en God en de omvorming van de ziel in liefde die daardoor plaatsvindt.
Het boek is deel 10 in de Meinema-reeks Sleutelteksten in godsdienst en theologie.
