Jacques van der Vliet, Spätantikes Heidentum in Ägypten im Spiegel der koptischen Literatur, in: Riggisberger Berichte, dl. 1: Begegnung von Heidentum und Christentum in spätantiken Ägypten (1993), p. 99-130, inz. 102-106, 126.
De auteur buigt zich onder andere over de banden van Shenoute met Panopolis. Hij merkt op dat Shenoute in zijn preken Gessius niet bij name hoefde te noemen, omdat zijn publiek direct begreep wie hij met ‘die vijand uit Panopolis’ bedoelde (p. 102-103). Ook stelt hij dat Shenoute goed Grieks kende, welbespraakt was en net zo goed een ‘Panopolitaan’ was als Nonnos van Panopolis (p. 126). Dat hij waarschijnlijk op een school in de stad Grieks heeft geleerd, wordt gemakkelijk vergeten, omdat zijn opleiding in het Leven niet aan bod komt en omdat monniken volgens een literair topos vaak eenvoudige mensen van het platteland waren zonder klassieke scholing.