Van Simplicianus weten we niet veel over zijn leven en kerkelijke carrière; pas wanneer hij op hoge leeftijd is gekomen werpt de geschiedenis enig direct licht op hem als Ambrosius’ opvolger als bisschop van Milaan in 397. Indirect horen we echter ook van zijn invloed via de Belijdenissen van Augustinus.
Simplicianus en Marius Victorinus
In boek 8 van de Belijdenissen vertelt Augustinus hoe hij in de jaren ’80 van de vierde eeuw kennis maakt met Simplicianus (die dan reeds in Milaan woont, maar nog geen bisschop is). Augustinus is dan geestelijk reeds een heel eind op weg naar zijn besluit zich te laten dopen, en in één van hun gesprekken vertelt Simplicianus over de doop van Marius Victorinus in Rome rond het jaar 355, die hij persoonlijk van nabij had meegemaakt. Simplicianus vertelt, hoe Marius Victorinus, een platonist en vertegenwoordiger van de heidense elite, zich was gaan verdiepen in de bijbel, en hem op zeker moment had toevertrouwd: ‘Ik ben christen’. Simplicianus had hierop geantwoord, dat hij hem dan eerst in de kerk wilde zien. Dit leidde tot een jarenlang vriendschappelijk steekspel van woorden, waarin steeds de vraag naar de noodzakelijkheid van muren (namelijk: die van de kerk) voor het christelijk geloof naar voren kwam. Op zeker moment besloot Marius Victorinus toch zich ook openlijk tot het christendom te bekennen, en hij gaf zich op als dopeling, wat natuurlijk grote opschudding in Rome veroorzaakte. Dit verhaal versterkte in Augustinus het verlangen dezelfde weg te gaan.
Simplicianus en Ambrosius
Ambrosius heeft vier brieven aan Simplicianus geschreven die wij nog kunnen lezen: de nummers 2, 3, 7 en 10. In één daarvan prijst hij hem als een bijzonder intelligent man ‘die de hele wereld is rondgereisd om geloof en goddelijke kennis op te doen’, iemand die in staat is precies aan te geven ‘waarin de filosofen van de waarheid zijn afgeweken’ (Brief 2). Dit komt goed overeen met de rol die hij speelde in de bekering van Marius Victorinus. Die laatste was een vooraanstaand rhetor en filosoof in de platoonse traditie. Simplicianus kon waarschijnlijk precies aangeven welke filosofische inzichten en ideeën met het christendom in overeenstemming waren (of waren te brengen) en welke niet, zodat Marius Victorinus op een gegeven moment wist, waar hij voor en waar hij tegen koos.
Blijkbaar heeft Simplicianus ook voor Ambrosius een dergelijke rol gespeeld. Augustinus noemt hem namelijk in bovengenoemde passage uit de Belijdenissen ‘vader van de toenmalige bisschop Ambrosius, toen hij de genade ontving’, en zegt ook dat Ambrosius Simplicianus als een vader vereerde. Toen Ambrosius in 374 nog als niet-gedoopte tot bisschop werd gekozen, was het dan ook Simplicianus die hem in korte tijd op zijn doop en wijding voorbereidde.
Simplicianus en Augustinus
Als Simplicianus kan worden beschouwd als de vader van Ambrosius, dan was hij voor Augustinus een grootvader. Augustinus is weliswaar door Ambrosius gedoopt, maar schijnt echter nauwelijks inhoudelijk door hem te zijn gevormd, hoezeer hij ook onder de indruk was van de liturgie, de gezangen en de preken van Ambrosius. Na zijn vertrek horen we echter niet meer van contact tussen de twee kerkvaders. Maar met Simplicianus blijft Augustinus wel corresponderen. Geestelijk gezien kon Simplicianus wel eens eerder de rol van ‘vader’ hebben gespeeld dan Ambrosius; als zodanig schrijft Augustinus hem ook in zijn Brief 37. Hij spreekt in die brief het verlangen uit, dat Simplicianus zijn werken leest en kritisch blijft volgen, en waar nodig corrigeert.
In 396 ontvangt Augustinus een aantal schriftelijke vragen van Simplicianus, die hij beantwoordt in het werk Over verschillende kwesties aan Simplicianus. De vragen van Simplicianus blijken voornamelijk te maken te hebben met de leer van de erfzonde en de genade naar aanleiding van God keuze ten opzichte van Jakob en Ezau en van Paulus’ woorden in Romeinen 9: 10-29.
Het is dus goed mogelijk, dat Augustinus juist in zijn genadeleer, waarin hij voor vele eeuwen de theologische lijnen heeft uitgezet, afhankelijk is van deze zelfde Simplicianus.
Belang
Hoewel we van Simplicianus geen werken over hebben, blijkt hij in het leven van tenminste drie van de belangrijkste Latijnse christelijke schrijvers een sleutelrol te hebben gespeeld. Zijn gedachtenis is altijd levend gehouden in de Rooms-Katholieke Kerk, en met name in Milaan. Hij heeft een officiële feestdag op 14 augustus, en ligt (her)begraven in een kerk die oorspronkelijk basilica uirginum (‘kerk van de maagden’) heette, maar door zijn aanwezigheid al snel beter bekend stond als de Sint Simplicianus, een naam die de kerk nog altijd draagt.
()
Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Erik de Boer.