Klaas Smelik, Driemaal is scheepsrecht, in: Interpretatie 20,2 (2012), p. 12-13.
Samenvatting
Drie is een bijzonder getal; het duidt een stap hoger aan dan twee, het getal van de simpele herhaling. Pas de derde keer is doorslaggevend. Dit geldt ook voor het bijbelse gebruik van het getal drie. Twee keer is niet voldoende: “Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken” (Pred. 4:12).
Het gebruik van het getal drie in de Hebreeuwse Bijbel kunnen wij in drieën onderverdelen: drie als telwoord, drie in tijdseenheden en de drievoudige herhaling als stijlfiguur. In deze bijdrage staan wij stil bij de derde categorie: de drievoudige herhaling als stijlfiguur. Herhalingen komen vaak voor in de bijbelse verhalen. De eerste twee herhalingen lijken sterk op elkaar, maar de derde maal is anders. De derde keer komt de episode tot een beslissende wending, precies zoals wij uitdrukken met de zegswijze ‘Driemaal is scheepsrecht’. Dit wordt nader toegelicht aan de hand van drie bijbelgedeelten: 2 Koningen 1, 1 Samuël 3 en Numeri 22.
Uit het verhaal in 2 Koningen 13 blijkt echter hoe de bijbelschrijvers met hun lezers een spel spelen. Aan de ene kant kiezen zij voor de zich herhalende stijlfiguur, waarmee zij bij de lezer een bepaalde verwachting opwekken, aan de andere kant doorbreken zij die verwachting onverhoeds.
Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.