Piet Schelling, Licht dat ons aanstoot in de morgen, Interpretatie 20,3 (2012), p. 11-12
Samenvatting
Licht heeft in de Bijbel voornamelijk theologische implicaties. God is de bron ervan, zoals dat in het scheppingslied van Genesis wordt ontvouwd. Ja, Hij zelf is het licht. Hij laat zich zien als licht en verbergt zich in licht. Die twee kanten schetsen God als de zichtbare en onzichtbare.
Vanuit dit hemels licht loopt er een verbinding met de Tora en met Jezus, en vanuit die twee naar de geloofsgemeenschap. De Tora is als het ware gestold goddelijk licht. Licht dat vorm en inhoud krijgt door het doen van gerechtigheid, het brengen van sjalom, het delen van goedheid.
In dat spoor is Israël lichtdrager en als zoon van Israël is Jezus lichtdrager. Licht van de hemel en licht van de Tora zijn in hem verenigd. Jezus is licht der wereld, wat gestalte krijgt in zijn woorden en daden. Zijn volgelingen zijn aan gestoken door dat licht en zijn daarmee in zijn lijn licht der wereld.