Piet van Veldhuizen, Schoftentuig! Over ‘goddelozen’ als bijbels trefwoord, in: Interpretatie 19,6 (2011), p. 5-7
Samenvatting
Het Hebreeuwse woord rasja wordt in Nederlandse vertalingen veelal met ‘goddeloze’ weergegeven. Het gaat om een moedwillige boosdoener, het tegengestelde van de tsaddik, de rechtvaardige. Maar veel hedendaagse lezersassociëren de term ‘goddeloze’ met ‘ongelovige’. Waar de bijbelse auteur zijn diepe afkeer van hufterigheid uitspreekt, lijkt het in de Nederlandse tekst dat er opgeroepen wordt tot geweld tegen ongelovigen. Dat is een uiterst onwenselijke situatie. Het is echter niet gemakkelijk om een alternatief te vinden dat met dezelfde hartgrondigheid kan worden uitgesproken, terwijl de teksten (rasja) komt vooral voor in Psalmen, Job en Spreuken, dus in pittige teksten in versvorm) dat wel vereisen. ‘Hufters’ komt heel dicht in de buurt.
Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.