De Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg is deels gevestigd in Utrecht, sinds kort naast het museum Catharijneconvent met zijn belangrijke verzameling kerkelijke kunst. Het was dan ook niet toevallig dat Antoine Bodar werd gevraagd de publiekslezing van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg te verzorgen met als thema de relatie kunst en religie. Dat gebeurde in de Utrechtse kathedraal.
Hoe schoner de aardse liturgie, hoe dichter bij de hemelse, aldus Bodar. Liturgie kan niet zonder schoonheid. Ze is esthetisch. God verlangt dat wij alle schoonheid die hij ons geeft, teruggeven. We zoeken de schoonheid niet in de liturgie, maar ontvangen haar als geschenk.
Maar dit huwelijk tussen Kerk en kunst beleeft een crisis. Kunst en kerk zijn vervreemd van elkaar in weerwil van de oorspronkelijke verwantschap. In de kerk is men het gevoel voor kunst kwijt, voor anderen vervangt kunst de religie geheel. De kerk in de Lage Landen, aldus Bodar, laat zich terugdringen tot een instantie die de indruk wekt slechts allerlei dingen te verbieden en blijft steken in gekrakeel.
Toch probeert de kerk de relatie te herstellen. Paulus VI riep de kunstenaars op: u hebt ons verlaten om te drinken uit andere bronnen. Wij hebben u beproefd door stijlen aan u op te leggen. We hebben ons gewend tot kunstwerken van weinig smaak. Daarmee hebben we de kunst en de eredienst jegens God slecht gediend, aldus Paulus VI.
Bodar wees ook op het paviljoen van het Vaticaan op de biënnale in Venetië als een teken van die toenadering. Maar van de kant van de kunstenaars blijft er verlangen naar toenadering. Er zijn er nogal wat die eigenlijk katholiek willen worden. Bodar noemde zelfs de naam van een zeer bekende Nederlandse kunstenaar die hem had bekend dat hij katholiek wilde worden, maar niet durfde vanwege zijn vrienden. Bodar noemde de naam omdat hij veronderstelde dat er geen pers aanwezig was. Gelukkig verbieden onze ethische opvattingen over journalistiek om de naam te noemen.