Coelius Sedulius of Sedulius presbyter, zoals deze vroeg-vijfde-eeuwse dichter hier en daar genoemd wordt, schreef honderd jaar na Juvencus een nieuwe poëtische versie van de evangeliën, het Paasgedicht (Paschale carmen), dat in wezenlijke opzichten verschilt van zijn voorganger. Nu wordt de centrale boodschap niet overgebracht door Jezus’ preken – die hierin bijna geheel ontbreken – maar door de subtiel allegorische presentatie van zijn wonderen als ‘figuren’ ervan, waarop de lezer moet mediteren om hun diepte te doorgronden en hun effect te ondergaan. Omdat de kleine groep voor wie hij het aanvankelijk schreef, vond dat de dichterlijke stijl de theologische inhoud soms in de weg stond, schreef Sedulius op hun verzoek daarna ook nog een proza-versie Paaswerk (Paschale opus), die de originele tekst van de evangeliën soms letterlijk citeert en op bepaalde punten iets uitvoeriger is. Het gedicht werd zo populair dat het al aan het einde van de vijfde eeuw als de christelijke Vergilius gold, en het bleef die positie de hele middeleeuwen behouden.
Lees verder »