Ambrosius (geboren tussen 330 en 340, overleden in 397) werd in 373 of 374 tot zijn eigen verrassing tot bisschop van Milaan gewijd. Tijdens zijn ambtsperiode woedde er een felle strijd in de westerse kerk tussen aanhangers van het ‘officiële’ credo van Nicea die op geen enkele wijze een verschil in goddelijke waardigheid tussen de Vader en de Zoon wilden toelaten, en meer Ariaans georiënteerde gelovigen (zie: arianisme). In deze strijd koos Ambrosius partij voor de Niceense richting, en mede door zijn invloed wist deze ook te winnen. Het grootste deel van zijn literaire nalatenschap bestaat echter uit meer exegetische werken.Vanaf de zevende eeuw wordt Ambrosius als één van de vier Latijnse kerkleraars vereerd (samen met Gregorius de Grote, Hieronymus en Augustinus); de officiële verklaring tot Doctor Ecclesiae met bijbehorende liturgische verplichtingen is van 1295 (Bonifatius VIII). Ambrosius is de eerste van wie we weten dat hij stil las, is één van de zeer weinige christenen uit de Oudheid van wie we een bijna
contemporain portret hebben en heeft bovendien een aantal liederen nagelaten die nog steeds in de kerk worden gezongen, mogelijk zelfs op min of meer authentieke melodieën.
De officiële feestdag van Ambrosius is 7 december (de vermoedelijke datum van zijn bisschopswijding), maar ook 4 en 5 april, de overgeleverde data voor zijn overlijden en begrafenis, worden wel herdacht.
Lees verder »