Er is geen theoloog in de middeleeuwen die zo’n grote invloed op het denken in het westen heeft gehad als Thomas van Aquino. Zijn zogenaamde godsbewijzen zijn bekend geworden, evenals zijn uiteenzettingen over de natuurwet in verhouding tot de wet van God. Grote invloed heeft ook zijn uiteenzetting over het handelen van de mens gehad, bijvoorbeeld over de deugden en de ondeugden. In het spreken over Jezus Christus is Thomas de eerste die uitgebreid nadenkt over de opstanding, en de eerste die een grote plaats inruimt voor een bespreking van het leven van Jezus. Thomas van Aquino is een heilige van de kerk (1328), en uitgeroepen tot doctor van de kerk (1567). Zijn leven en denken levert hem de bijnaam
doctor angelicus, ‘engelachtige leraar’ op. Als broeder van de orde der dominicanen, waartoe hij in1244 toetreedt, leidt hij een leven van studie en onderricht. Hij studeert in Parijs en Keulen en krijgt zijn theologische vorming o.a. van de beroemde Albertus de Grote. Later doceert hij zelf in Parijs en Italië.
Hedendaagse theologen zoeken het belang van Thomas vooral in zijn reflectie op de bijbelse gegevens, zijn grote aandacht voor de mogelijkheden en de grenzen van taal en denken, en zijn visie op de dialoog met niet-christenen en andersdenkenden. In Nederland bestuderen diverse theologen zijn werk. De Faculteit Katholieke Theologie (FKT) in Utrecht faciliteert het Thomas Instituut en de bijzondere leerstoel Thomas van Aquino. Daarnaast kent ons land het Nederlands Thomas Gezelschap.
Lees verder »