Onder de Cappadocische kerkvaders worden gewoonlijk Basilius van Caesarea (ca. 330-378), zijn jongere broer Gregorius van Nyssa (335/40 - na 394) en hun gemeenschappelijke vriend Gregorius van Nazianze (329/30 - ca. 390) verstaan. Een enkele keer wordt ook Amphilochius van Iconium (340/45-395), een neef van Gregorius van Nazianze, tot de Cappadocische kerkvaders gerekend. Verder ziet Jaroslav Pelikan in Macrina de Jongere, oudste zus van Basilius van Caesarea en Gregorius van Nyssa, de vierde Cappadociër. In tegenstelling tot de andere drie of vier Cappadocische kerkvaders heeft zij geen literaire nalatenschap. De drie grote Cappadociërs leefden onder andere in de Romeinse provincie Cappadocië (Midden-Turkije). Basilius van Caesarea en Gregorius van Nyssa hebben daar beiden aan het einde van hun leven een bisschopszetel bezet, terwijl Gregorius van Nazianze in Cappadocië is geboren en aan het eind van zijn leven daarnaar is teruggekeerd.