
Geen mens keerde ooit terug uit de dood, op Lazarus en Jezus na   wellicht. Maar die lieten niet veel los over ‘de overzijde’. En wie er   het Oude of Nieuwe Testament op naslaat, treft allesbehalve een   uitgewerkt of eenduidig beeld aan van het hiernamaals. We treffen wel   een fors aantal beeldspraken, metaforen en parabels aan. Denk aan de   profetische visioenen van Daniël en Ezechiël, opgetekend in de   gelijknamige boeken, of aan de hartenkreten van de psalmist om zijn   lichaam en ziel niet aan de dood prijs te geven (onder andere psalm 31).   Jezus spreekt over het naderende koninkrijk van zijn hemelse Vader ook   in beelden en gelijkenissen: Hij heeft het over een naderende   ‘oogsttijd’ (Marcus 4,29), over de dood die komt als een dief in de   nacht (Matteüs 24,43), over het omhakken van onvruchtbare bomen (Lucas   13, 9), een plaats van ‘geween en tandengeknars’ (Matteüs 8,12) en het   ‘scheiden van schapen en bokken’ (Matteüs 25,31-46). Beelden zijn het,   alleen maar beelden, maar geen trefzekere omschrijvingen.            
            
             
                
 Lees verder »