Naamgeving, auteurschap en datering
Het Bijbelboek Openbaring van Johannes, ook wel bekend als Apocalyps, is het laatste boek van het Nieuwe Testament. Het wordt openbaring of Apocalyps genoemd omdat het middels een aantal visioenen de gebeurtenissen van de eindtijden onthult (het Griekse apokalypsis betekent ‘het opheffen van een sluier’). De auteur identificeert zichzelf als Johannes wat ertoe leidde dat de Apocalyps in eerste instantie werd toegedicht aan de apostel Johannes, aan wie ook het evangelie en de brieven van Johannes werden toegeschreven. Tegenwoordig bestaat er echter een consensus dat de Openbaring van een latere datum is. De auteur wordt aangeduid als Johannes van Patmos en schat dat de Apocalyps rond het einde van de eerste eeuw na Christus in Klein-Azië is geschreven.
Plaats binnen het Nieuwe Testament
Zoals hierboven al opgemerkt is de Openbaring van Johannes het laatste Bijbelboek van het Nieuwe Testament. Het volgt op de brief van Judas en vormt in zichzelf een afzonderlijk deel van het Nieuwe Testament. Naast de evangeliën en het boek Handelingen enerzijds, en de Paulijnse en Katholieke Brieven anderzijds, vertegenwoordigt de Apocalyps als enige Bijbelboek het genre van de profetische literatuur. Hiervan zijn in het Oude Testament ook enige voorbeelden te vinden (bijvoorbeeld het boek Daniël) en er zijn vroegchristelijke geschriften bekend die tot hetzelfde genre behoren maar die niet zijn opgenomen in de canon. Deze profetische literatuur maakt veelvuldig gebruik van visioenen en symbolen. Deze geschriften moeten echter niet letterlijk begrepen worden; achter het symbolische en beeldende taalgebruik gaat vaak een boodschap van bemoediging schuil. Dit is ook het geval bij de Openbaring van Johannes, welke een hart onder de riem wil steken van de geloofsgemeenschappen in Klein-Azië die te lijden hadden onder vervolgingen.
Symbolische getallen
Een van de terugkerende motieven in de Openbaring van Johannes is het gebruik van symbolische getallen. Het meest in het oog springende geval is het gebruik van het getal zeven: Johannes richt zijn brieven aan de zeven gemeenten (Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea), het lam heeft zeven hoorns en zeven ogen die staan voor de zeven geesten van God, zeven zegels worden verbroken, zeven engelen blazen op zeven trompetten, zeven engelen wreken zeven plagen over de aarde door middel van het uitgieten van zeven schalen, en het scharlakenrode beest heeft zeven koppen. Een ander terugkerend getal is vier: vier dieren staan om Gods troon (een leeuw, een stier, een mens en een arend), de oproep van vier ruiters bij het verbreken van de eerste vier zegels, vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde en houden de vier winden in bedwang en vier engelen worden losgemaakt op de oevers van de Eufraat. Een ander getal dat vaak terugkeert in het verhaal is twaalf of veelvouden hiervan.
Structuur en belangrijke passages
De Openbaring van Johannes is opgebouwd aan de hand van vier zeventallen: de brieven aan de zeven gemeenten (Apk 1:9-3:22), het verbreken van de zeven zegels (Apk 5:1-8:5), het aanblazen van de zeven trompetten (Apk 8:6-11:19) en het uitschenken van de zeven schalen (Apk 16:1-21). Verder wordt verhaalt over het lot van Babylon (Apk 17:1-18:24), de komst van het duizendjarige rijk en het laatste oordeel (Apk 20:1-15) en het visioen van een nieuwe hemel en aarde (Apk 21:1-22: 5). Daarnaast bevat het boek een opening met lezersgroet (Apk 1:4-6) en een slot (Apk 22:17-21) dat eerder doet denken aan een briefvorm.
Bron: Tilburg School of Catholic Theology