Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Liuwe Westra
Dossiers » Augustinus van Hippo: preken » introductie » Augustinus de predikant

Augustinus de predikant



Sermones, tractatus en enarrationes

Augustinus’ preken worden geclassificeerd volgens het onderscheid tussen enerzijds sermo (‘preek’) en anderzijds tractatus (‘verhandeling’, over het Johannesevangelie en de eerste Johannesbrief) en enarratio (‘uiteenzetting’, over de Psalmen). Erasmus introduceerde de term Enarrationes bij zijn tekstuitgave van Augustinus (Bazel 1529). Christine Mohrmann legt uit dat de Latijnse termen tractare en tractatus ten tijde van Augustinus stonden voor een exegetische uitleg. De term sermo verwees naar alle soorten van preek en prediking: catechetisch, exegetisch, exhortatief. Inhoudelijk was er echter geen duidelijk verschil tussen tractatus en sermo, al lag bij de Sermones wel meer de nadruk op het pastoraal karakter.

Men onderscheidt de Sermones ad populum (‘Preken tot het volk’) in het corpus van Augustinus van de Enarrationes in Psalmos en de In epistulam Iohannis ad Parthos tractatus en In Iohannis euangelium tractatus ook wel op de volgende manier: een sermo staat op zichzelf en maakt geen deel uit van een doorlopend vers per vers commentaar van een bijbelboek. Er vindt exegese – en zelfs ook exegese per verse – plaats binnen de Sermones, maar dit is niet altijd het hoofddoel van Augustinus. Bij de Enarrationes en de Tractatus is dit laatste wel het geval.

Een belangrijker verschil is, dat de Enarrationes en de Tractatus door Augustinus achteraf geredigeerd zijn, en de Sermones niet altijd. Een aantal van deze eerste categorie van preken zijn bovendien niet daadwerkelijk gehouden en vormen aldus een voorbeeld van het genre ‘desktop sermons’. De meeste preken zijn echter een combinatie van beide: daadwerkelijk gepreekt en daarna bewerkt. Dat er Sermones ad populum van Augustinus bewaard zijn, hebben we te danken aan notarii oftewel snelschrijvers. Deze notuleerden in een vorm van steno de preken, hetzij in opdracht van vermogende gelovigen, hetzij van Augustinus zelf. Augustinus maakt in zijn Nabeschouwingen (Retractationes) 2, 67 het voornemen bekend, de preken die in zijn bibliotheek bewaard zijn door te nemen. Hij stierf echter alvorens dat plan uit te voeren.

Context en betekenis

Een duidelijk kenmerk van de preken is hun plaats in een liturgische context. De preek vond dikwijls plaats in de eucharistie, na de bijbellezingen en het zingen van de antwoordpsalm. Augustinus preekte steevast op zondag. Dikwijls preekte hij ook op zaterdag en op feestdagen. In bepaalde liturgische tijden, zoals tijdens de vasten en de paastijd, hield Augustinus veelal iedere dag een preek. Op sommige dagen preekte hij zelfs verschillende keren. Bovendien preekte hij niet alleen tijdens eucharistie, maar soms ook in andere liturgische diensten zoals het avondgebed en de vigilie. Augustinus preekte in zijn bisschopsstad Hippo, maar op verzoek van de lokale bisschoppen ook op andere plaatsen. De ongeveer 1000 preken die van Augustinus bewaard zijn, representeren wellicht slechts 10 % van de preken die hij daadwerkelijk door Augustinus gehouden heeft.

Augustinus heeft verschillende malen gesproken over de betekenis van de preek en de precieze taak van de predikant. Hij zag een preek als voedsel, water en genezing voor de gelovigen. De prediking is een kerntaak voor een bisschop. Augustinus vat haar op als een plicht. Een preek verkondigt het woord van God en niet dat van de predikant. De predikant spreekt, maar God instrueert en onderwijst. Nederigheid en verantwoordelijkheid gaan samen. Christus is de innerlijke leermeester. De Heilige Geest is aanwezig in de preek. De preek heeft een effectieve rol in de heilsbewerking en vormt een twee-eenheid met de eucharistie. Augustinus beschouwt de Schrift immers als een sacrament.

Taal en stijl

Augustinus legde zijn preek niet schriftelijk vast op voorhand. Hij ‘improviseerde’, na zich zo goed mogelijk te hebben voorbereid door de schrifttekst te lezen en door gebed en overweging. Improvisatie betekent dus niet dat Augustinus zonder voorbereiding preekte. Enerzijds bereidde Augustinus zich voor in gebed en meditatie en anderzijds bestudeerde hij levenslang de Schrift. Dat Augustinus preekte zonder strikte voorbereiding blijkt uit de levendige stijl en de onverwachte wendingen die in zijn Sermones te vinden zijn. Die ongedwongen preekstijl liet ook ruimte om in te spelen op de mogelijke reacties en stemmingen van de kerkgangers.
Volgens Gerard Wijdeveld nam Augustinus bij het begin van zijn optreden als predikant twee voornemens. Hij besloot om zijn preek niet op voorhand schriftelijk vast te leggen. Qua taal en stijl besefte Augustinus dat andere woorden en zinnen vereist waren dan in zijn filosofische en theologische geschriften. Hij opteerde voor zo eenvoudig mogelijke bewoordingen, korte en bondige zinnen, puntig en pakkend taalgebruik, boeiend gemaakt met de hulpmiddelen van de retorica.

Volgens Christine Mohrmann creëerde Augustinus doelbewust een eigen homiletische stijl gericht op populaire prediking, en met die eigen stijl beoogde hij drie zaken: helderheid, expressiviteit en ernst. Vanuit de pastorale zorg om door allen begrepen te worden, ook door het gewone volk, kunnen Augustinus’ preken ‘populair’ genoemd worden. Wat betreft de inhoud van Augustinus’ preken, wijst Morhrmann er op dat Augustinus in zijn preken alle moeilijke onderwerpen behandelt die hij in zijn systematische geschriften bespreekt.

Om zijn preken toegankelijk te houden, verwijst Augustinus naar concrete gebeurtenissen en geeft hij voorbeelden uit het dagelijkse leven. Augustinus legt in zijn preken graag zaken uit met beeldtaal. Een geliefkoosd stijlfiguur van Augustinus in zijn preken is het dialecticon: het dialogeren met een gefingeerde partner. Augustinus stelt vragen of gebruikt rechtstreekse aansprekingen (van de Heer zelf, de apostelen, imaginaire tegenstanders). Zo gebruikt hij ook humor, woordspelingen en andere retorische middelen. Via welsprekendheid tracht Augustinus de toehoorders op een aangename wijze te overtuigen. Augustinus lette op de stijl van zijn preek omwille van de inhoud en omwille van de didactiek. De betrachting om bij het houden van een preek zo eenvoudig mogelijk te zijn in taal, stijl en uitleg (verschillend van de wetenschappelijke taal van Over de stad van God en Over de Drieëenheid en van het literaire Latijn van de Belijdenissen) heeft bij Augustinus niet alleen het praktisch-didactisch doel – vanuit zijn pastorale zorg – voor iedereen verstaanbaar te zijn, maar ook een theologische grond. De eenvoud van de preek is volgens Augustinus een navolging van Christus’ nederigheid.

Belang van Augustinus’ preken

Gert Partoens somt verschillende redenen op om Augustinus’ preken te bestuderen. Allereerst zijn ze een aanvulling op Augustinus’ dogmatische geschriften, waarvan ze verschillen door de interactie met een levend publiek. Ze tonen hoe Augustinus’ moeilijke theoretische concepten toegankelijk maakt voor een breder publiek. In de tweede plaats bieden ze een getuigenis van de mentaliteit van Augustinus’ tijdgenoten en verstrekken ze historische informatie over de positie van een bisschop in die tijd. Een aantal recente onderwerpen in de studie van de preken van Augustinus zijn de volgende: reconstructie van de liturgische schriftlezingen die aan de basis lagen van de preken, datering van de preken (en de metavraag naar de mogelijkheid om de preken überhaupt te dateren), de relatie tussen predikant en toehoorder, de mogelijke invloed van theologische controverses waarin Augustinus was verwikkeld en de preken die hij hield in die betreffende periodes.

(door Anthony Dupont)

Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Anthony Dupont.