Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Descartes, René » niet-wetenschappelijke artikelen » Een verliefde opposante van Descartes

Een verliefde opposante van Descartes

Margetekst
Toen hij in Endegeest woonde, in de jaren veertig van de zeventiende eeuw, was Descartes inmiddels zo beroemd dat jonge dames uit de hogere kringen van Den Haag hem kwamen opzoeken. Zijn roem had hij gevestigd met zijn Verhandeling over de methode (1637) en vooral met zijn Metafysische Meditaties (1641). De mens, aldus Descartes, is een eenheid die bestaat uit twee substanties: lichaam en geest. De mens leeft in twee werelden: de materiële buitenwereld van zijn lichaam en de spirituele binnenwereld van de geest.
 
Eerste twee alinea's
Van het begin af aan stuitte dit Cartesiaanse dualisme van lichaam en geest op een groot, begripsmatig probleem. Als lichaam en geest twee essentieel verschillende substanties zijn, hoe kan het dan toch dat ons denken ons doen en laten beïnvloedt, en, omgekeerd, ons lichamelijk welbevinden ons denken?

Die vraag werd op indringende wijze gesteld door een jonge dame uit Den Haag. Elisabeth van de Palts was de oudste dochter van Frederik van Bohemen en Elisabeth Stuart, dochter van de Engelse koning Jacobus de Eerste van Engeland en zus van koning Karel de Eerste die in 1649 zou worden onthoofd. Nadat Frederik tijdens de Duitse Dertigjarige oorlog zijn koninkrijk Bohemen was kwijtgeraakt, verbleef zijn gezin in Den Haag, op uitnodiging van zijn neef Maurits.


Menno Lievers, 'Een verliefde opposante van Descartes: Over passies en de eenheid van lichaam en geest', in: nrc boeken, 11 mei 2001.

Bron: Tilburg School of Catholic Theology
Externe link: Bekijk het artikel hier online.