Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Lieke Meertens
Dossiers » Padre Pio » introductie » Padre Pio (heilige, 1887-1968)

Padre Pio (heilige, 1887-1968)

​Hij is ongekend populair in Italië en zijn portret hangt in taxi’s, pizzeria’s en kiosken. Vijftig jaar scheen de Italiaanse charismatische priester de stigmata in zijn lichaam te dragen, open bloedende wonden die niet te genezen waren door artsen of medicijnen. Zijn opgebaarde lichaam trekt miljoenen pelgrims. Sinds juni 2013 is hij permanent zichtbaar voor bezoekers. 

Van Francesco naar Pater Pio 

Padre Pio werd geboren in 1887 in Pietrelcina in de provincie Benevento, ongeveer halverwege Napels en Foggia. Hij kreeg de naam Francesco, omdat zijn moeder een grote verering had voor de heilige Franciscus van Assisi. Het was een arm gezin en hij moest op het land werken om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Francesco kon dus niet naar school, maar leerde wat bij door de boeren in zijn omgeving. Rond zijn twaalfde ging hij leren onder leiding van een pastoor die hem de leerstof van de basisschool bijbracht. Het verlangen om priester te worden manifesteerde zich vroeg. Begin 1903, op zijn vijftiende levensjaar, trad hij in bij de kapucijnen en begon zijn nieuwe leven. 
 
Bijna alle religieuze ordes kennen een noviciaatsjaar, schrijft Renzo Allegri in het boek De wonderen van Pater Pio. De novice – de pas ingetreden kloosterling – moet dan de regels van de orde leren en ervan overtuigd raken dat hij over genoeg geestelijke en lichamelijke kracht beschikt om het kloosterleven te kunnen trotseren. Ook kan de leiding van het klooster in dit jaar beoordelen of de novice een serieuze kandidaat is.
 
De eerste twee weken mag de novice zijn burgerkleding blijven dragen, terwijl hij wordt voorbereid op de ceremonie ‘een vaarwel aan de wereld’. Deze ceremonie is rijk aan betekenisvolle symboliek, waarbij de novicen worden ontdaan van hun burgerkleren die het leven in de wereld voorstellen. Ze worden vanaf dan gekleed in de franciscaner pij, het symbool van het nieuwe leven. Om de afstand van de wereld nog meer te accentueren wordt ook de voornaam veranderd. De familienaam wordt veranderd door de naam van de plaats van herkomst. Franscesco Forgione wordt nu frater Pio da Pietrelcina. Zo blijft hij voor de rest van zijn leven heten.

Een zwaar proefjaar 

Het proefjaar is zeer zwaar, schrijft Allegri. De offers en ontberingen in het noviciaatsjaar moeten zwaarder zijn dan de andere jaren in het klooster, stellen de regels. “De paters-kapucijnen hebben zich altijd onderscheiden door hun strenge kloosterregels,” legt hij uit. De kamers waar de kloosterlingen slapen zijn zeer klein en bestaan uit een bed, een kleine tafel, een waskom en een bidstoel. Het matras bestaat uit een grote zak, gevuld met bladeren van maisplanten en de novice moet gekleed naar bed gaan.
 
Om middernacht wordt de slaap onderbroken door kerkklokken. Alle kloosterlingen gaan vervolgens anderhalf uur het nachtgebed bidden. ’s Ochtends om 5 uur staat iedereen weer op. De dag bestaat uit bidden, werken en studeren. Dit alles onder absolute stilte. Drie keer per week onderwerpen de kloosterlingen zich aan een bijzondere boetedoening: zij geselen de blote rug met een kleine ketting.
 
Iedere vrijdag wordt gevast, net als de dagen voor de grote feesten, de veertigdagentijd en andere periodes. Uiteindelijk komt dit in de praktijk neer op zes maanden per jaar. Pater Pio doorstaat alles. Met veel enthousiasme zelfs, schrijft Renzo Allegri. Precies een jaar na zijn intrede wordt hij officieel in de Orde van de Kapucijnen opgenomen en legt hij de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af. 
 
Na het proefjaar volgt een lange studietijd voor de fraters waarin zij zich voorbereidden op het priesterschap en hun klassieke en theologische studies afronden. Ook na het proefjaar blijft de discipline bijzonder streng. Het is verboden om het klooster uit te gaan en alle regels moeten stipt nageleefd worden. “Men geloofde dat het grootseminarie alleen bij een stipte naleving van de kloosterregels de beste priesters zou afleveren,” aldus Allegri. 

Ernstig ziek 

In het jaar dat hij officieel wordt opgenomen als frater, wordt Pater Pio ziek. Hij zou een filosofiestudie beginnen in Sant’Elia te Pianisi, maar hij klaagt over een gebrek aan eetlust, over slapeloosheid, vermoeidheid, plotselinge flauwtes en vreselijke migraine. Hij moet vaak braken en kan alleen wat melk drinken. Hij wordt naar verschillende artsen gestuurd, maar een oorzaak wordt niet gevonden. 
 
Juist in deze periode doen zich ook steeds vreemde voorvallen voor, vermelden zijn biografen. Geheimzinnig lawaai ’s nachts in zijn cel. Enige medebroeders zeggen dat zij hem in extase hebben gezien, verheven boven de grond. Allegri: “De geruchten verspreidden zich, ze vlochten zich aaneen, zij wekten verwondering, maar vooral argwaan en leidden tot kritiek en verdachtmakingen.” 
 
Zijn gezondheidstoestand wordt zo kritiek dat de superieuren besluiten een uitzondering op de regel te maken: Pio wordt naar een klooster in de bergen gestuurd in de hoop dat de verandering van lucht zal helpen. Het mag niet baten en bovendien verspreidt het gerucht zich dat hij aan tbc zou leiden waardoor niemand meer bij hem in de buurt durft te komen. Daarna wordt hij naar andere kloosters gestuurd, wat ook niet helpt. Vervolgens wordt het advies gegeven om naar zijn ouderlijk huis te gaan, in de hoop dat dit gunstig voor hem zal uitpakken. Zo verblijft Pio voor steeds langere periodes in zijn ouderlijk huis.

Gewijd tot priester 

Hoewel hij niet meer het strikte leven van het klooster leeft, vordert hij wel goed in zijn spirituele vorming. Pio voltooit zijn studie filosofie en begint aan de theologie-opleiding. Sommige kloosterlingen mopperen en verwijten hem luiheid. Ze verdenken hem ervan dat hij gewoon geen zin heeft om zich aan de strenge discipline van het kloosterleven te onderwerpen. Hij wordt daarop naar een klooster gestuurd, maar wordt vervolgens weer ernstig ziek. Zo ziek dat de artsen denken dat hij zal sterven. Hij keert weer terug naar Pietrelcina en spreekt de wens uit om de priesterwijding te mogen ontvangen. Normaal gesproken mocht men pas met 24 jaar tot priester gewijd worden en Pater Pio is dan 23. Toch besluit de bisschop een uitzondering te maken voor dit ernstige geval. Op 10 augustus 1910 wordt Pio in de dom van Benevento tot priester gewijd en wordt hij pater Pio.
 
Hoewel hij zich nu zou moeten wijden aan de verkondiging van het geloof, is hij door zijn ziekte tot niets in staat. Hij helpt de pastoor in Pietrelcina bij de uitoefening van zijn pastorale functies en ondertussen eet en slaapt hij in zijn ouderlijk huis. Zo brengt hij zes jaar lang door. “Hij was een kloosterling zonder klooster, een religieus die thuis woonde, een priester zonder omschreven opdracht, altijd met vakantie!” aldus Allegri. “Dit was een situatie buiten alle regels en kerkelijke voorschriften om. Onverklaarbaar en onacceptabel voor vele medebroeders die niet ophielden hem te bekritiseren.” 
 
Ondertussen beleeft Padre Pio mysterieuze ervaringen, schrijft Allegri. “Zijn dagelijks leven was doorweven met ongelooflijke fenomenen die als hij ze in het klooster zou beleefd hebben, onbegrip en problemen zouden hebben veroorzaakt. Maar in dit dorpje, temidden van eenvoudige en rustige mensen, werden ze bijna niet opgemerkt.” 
 
Padre Pio bleef brieven schrijven met zijn geestelijk leider, waar de volgende voorvallen aan bod kwamen: Hij kreeg dagelijks verschijningen van Jezus, van de Madonna, van de heiligen en engelen en hij voerde hevige gevechten met het kwade, met satan. Vaak had hij ’s ochtends blauwe plekken in zijn gezicht alsof hij hevig gevochten had en hoorde men in zijn slaapkamer ’s nachts geheimzinnig lawaai waar buurtbewoners wakker van werden. Dit hield jarenlang stand. 

Drastische maatregelen voor Pater Pio 

De kapucijnen blijven ondertussen mopperen en vinden dat de jonge priester gestraft moet worden omdat hij buiten het klooster leeft. De algemeen-overste besluit tot een drastische maatregel: Padre Pio terugbrengen in de lekenstand en hem ontslaan van zijn geloften. Renzo Allegri schrijft hierover in De wonderen van Pater Pio: “Het was een extreme maatregel die aantoont hoezeer Pio’s confraters overtuigd waren van zijn kwade trouw en zij hielden hem dan ook voor een mislukte kloosterling.” Het antwoord uit Rome laat drie hele jaren op zich wachten, maar is in het voordeel van Pio. Hij krijgt toestemming om buiten het klooster te leven zolang dat nodig is om te genezen. 
  
In 1915 wordt Pio – alsnog – opgeroepen om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Hij gaat, maar wordt al snel teruggestuurd vanwege zijn ziekte. Hij mag echter niet terugkeren naar Pietrelcina, maar wordt naar een klooster in Foggia gestuurd om daar zijn militair verlof door te brengen. Ook daar wordt hij ziek en ten slotte wordt hij geplaatst in het klooster van San Giovanni Rotondo, een dorpje in de Gargano, 600 meter boven de zeespiegel waar het ook in de zomermaanden tamelijk koel is. Hier blijft hij praktisch de rest van zijn leven. 
 
Hij krijgt hier de taak om studenten geestelijk te begeleiden. Ondertussen doen er al genoeg verhalen de ronde over zijn vermeende heiligheid en trekt het klooster door hem veel bezoekers. Het hindert de mensen niet dat het een lange en moeilijke reis is naar het klooster toe – het is bijna ontoegankelijk vanwege het ontbreken van wegen. 

Het ontvangen van de stigmata 

Op 20 september 1918 voltrekt zich het grootste mysterieuze fenomeen in zijn leven dat de aandacht van de hele wereld zal trekken. Hij ontvangt de stigmata als hij ’s morgens voor een kruisbeeld in het kerkje van het klooster aan het bidden is. Allegri: “In zijn lichaam verschenen, zichtbaar en bloedend, de wonden van het lijden en het sterven van Christus. Zowel de handen als de voeten waren doorboord, zijn zijde doorstoken. Open en scherpe wonden, waaruit bloed stroomde en die ondraaglijke pijnen en krampen veroorzaakten en die niemand kon genezen.”
 
Het is een gebeurtenis die grote onrust teweegbrengt in het kleine klooster. Het bericht verspreidt zich over allerlei kloosters en het bezoek neemt toe. Er ontstaan twee kampen: velen beweren dat hij een heilige is, anderen noemen hem een oplichter. Het is een discussie die zijn hele leven – maar ook daarna – zal tekenen. Ook daarna laaien allerlei verhalen over wonderen rondom Pio op. Zo zou hij doodziekte kinderen genezen en atheïsten bekeren. Discussies breken los en Padre Pio wordt aan uitvoerige medische onderzoeken onderworpen. Er worden onderzoekers gestuurd vanuit het Vaticaan en tegenstrijdige meningen worden verkondigd.

Stigmata - Lijden van Christus

“Het lijden is voor een christen hét verlossingsmysterie geworden,” aldus Allegri. Kardinaal Giuseppe Siri, aartsbisschop van Genua zei over het lijden van Padre Pio, na diens dood: “Door de stigmata die hij het hele leven gedragen heeft en door het doorstane lijden heeft Padre Pio de aandacht van de mensen gericht op het lichaam van Christus als middel tot verlossing. Christus is aan het kruis voor de mensen gestorven en op deze waarheid, een van de principes van de christelijke godsdienst, is de hele verlossingstheologie gebaseerd.” De stigmata in het lichaam van de pater geven volgens hem aan dat het lijden niet iets onvruchtbaars en absurds is maar het middel tot verlossing. Of zoals de Volkskrant in 2008 schrijft: “Pio geldt als man van het volk die door de Heer werd uitgekozen om zijn lijdensgeschiedenis te tonen.” 
 
“Dit zijn de vlammen van de goddelijke Liefde, ik lijd graag,” zei Pater Pio zelf over zijn stigmata. Door zijn lijden kon hij veel zielen redden, zo redeneerde hij. Het is een manier om zondaars te bekeren volgens de katholieke traditie. Toen een vrouw hem eens vroeg of de wondtekenen ook pijn deden, antwoordde hij: “Geloof je dat de lieve God ze mij als sieraad heeft gegeven?” Daarop vroeg een ander hoe het precies pijn deed. Zijn antwoord: “Net als wanneer je een spijker neemt, deze door je hand heen slaat, erin laat zitten en omdraait.” 

Dokter van de ziel 

Padre Pio verblijft in de jaren '20 en '30 vaak 19 uur per dag in de biechtstoel. Hij preekt niet, houdt geen conferenties en retraites, maar hij hoort de biecht van mensen die hem geestelijke hulp vragen. “Hij was om zo te zeggen een dokter van de ziel,” aldus Allegri.  Later moest hij deze biechturen vanwege zijn zwakke gezondheid met enkele uren verminderen, maar wanneer hij kon was hij te vinden in het kleine ongemakkelijke hokje, waar een lange rij wachtende mensen hun ellende aan hem wilde toevertrouwen. 
 
De kerk is erg sceptisch, maar er komen ook positieve reacties, zoals bijvoorbeeld van een kardinaal, de latere Paus Benedictus XV. Deze spreekt een positief oordeel uit, als hij de getuigenissen van allerlei persoonlijke waarnemers heeft ontvangen. “Padre Pio is inderdaad een van die buitengewone mensen die God van tijd tot tijd naar de aarde zendt om de mensen te bekeren,” zegt hij in een privé-audiëntie.   
 
Toch blijkt de kerk onverbiddelijk tegenover Padre Pio. Het Heilig Officie, de hoogste kerkelijke rechtbank, spreekt een onherroepelijke veroordeling uit. De generaal-overste van de kapucijnen wordt bevolen om Padre Pio beperkingen op te leggen, speciaal in zijn contacten met mensen. Allegri: “Men wilde hem op deze wijze isoleren en verhinderen dat hij met pelgrims sprak.”
 
Het Heilig Officie riep de gelovigen op geen geloof te hechten aan Padre Pio en niet naar San Giovanni Rotondo te gaan. Nu wordt Padre Pio dus officieel een oplichter en bedrieger genoemd. Het volk schenkt echter geen aandacht aan deze veroordeling. De pelgrims blijven naar San Giovanni Rotondo komen.  

Het Heilig Officie blijft ingrijpen 

In 1924 grijpt het Heilig Officie voor de derde keer in: dit keer komen ze met een meer pijnlijke maatregel. Gelovigen die toch afreizen naar het klooster worden gevonnist – hun daad wordt gezien als een zonde. Padre Pio die gewend was om een drukke correspondentie te voeren met zijn volgelingen stopte aldus deze brieven. Toch blijven de volgelingen komen. Allegri: “Ze voelden dat zich in deze religieus iets buitengewoons manifesteerde en wilden het zien.” 
 
Het Heilig Officie bleef onverzoenlijk en sprak bij herhaling veroordelingen uit. Boeken die daarna verschijnen over Pio worden veroordeeld door de kerk en uiteindelijk wordt Padre Pio al zijn priesterlijke bedieningen ontzegd, met uitzondering van het opdragen van het Misoffer. Dit moet hij echter doen in de huiskapel van het klooster waarbij niemand aanwezig mag zijn. “Deze meest absolute afzondering betekende in zekere zin de dood voor Padre Pio. In een dergelijke situatie voelt iedereen zich wegkwijnen en zo ook Pio. Maar hij verdroeg het allemaal,” schrijft Allegri. 

De opstand van de volgelingen 

Zijn bewonderaars blijven ervan overtuigd dat de Kerk het bij het verkeerde eind heeft en komen in opstand. Er wordt een vernietigend dossier geschreven met als titel ‘Antichristen in de Kerk van Christus’ dat in het buitenland verspreid wordt onder duizenden katholieken die hoogst verontwaardigd reageren.
 
In 1933 komt de Paus met zijn oordeel: Padre Pio moet met rust gelaten worden en hij staat hem toe om zijn priestertaken te midden van het volk te hervatten. Het Heilig Officie trekt haar decreten echter niet in, dus Padre Pio blijft officieel iemand die door de Kerk veroordeeld is. In 1939 wordt Eugenio Pacelli tot paus gekozen, een groot bewonderaar van Padre Pio. Hij spreekt regelmatig zijn achting voor hem uit en noemt hem ‘de redding van Italië’. 
 
Toch heeft Padre Pio daar niet lang profijt van gehad. Enige jaren later wordt hem gevraagd om het geld dat hij van volgelingen kreeg, af te staan. Zo konden kloosters in hun oorspronkelijke staat teruggebracht worden. Deze waren inmiddels verwoest door de Tweede Wereldoorlog. Padre Pio weigert. ‘Het geld is van de armen en niet van de paters,’ zei hij. Dit wordt door zeer invloedrijke persoonlijkheden gezien als ongehoorzaam en het nieuws bereikt de kerkelijke autoriteiten. 
 
Allegri: “Paus Pius XII, de beschermer van de frater met de stigmata, was oud geworden en het was gemakkelijk hem te verzwijgen wat tegen Padre Pio ondernomen werd. Weer werd Padre Pio officieel door de kerk verloochend. De beschuldigingen van vijanden werden steeds ernstiger. Zo zou hij seksuele relaties met vrouwen onderhouden.
 
Begin jaren '60 – Padre Pio is 73 jaar – krijgt zijn klooster een nieuwe overste die de opdracht heeft gekregen de ‘meest strenge discipline’ te handhaven. Het is verboden om Padre Pio te benaderen als hij passeert, elke vorm van eerbetoon wordt verboden, hij mag de plechtige missen tijdens de feestdagen niet langer opdragen en hij mag de zieken in het ziekenhuis niet langer bezoeken. 
 
Het is allemaal reden voor zijn bewonderaars om weer in het verzet te treden. Er wordt wederom een heftig boek voorbereid door Emanuele Brunatti om de samenzwering tegen Padre Pio te ontmaskeren. Exemplaren worden wereldwijd verstuurd: naar vertegenwoordigers van de Verenigde Naties, naar de pers, naar kerkelijke autoriteiten, naar alle bisschoppen en kardinalen die in Rome deelnamen aan het Tweede Vaticaans Concilie. Allegri: “Als de inhoud van dat boek via de kranten wereldkundig gemaakt zou worden, zou een groot schandaal losbarsten.” Dit beseffen de kerkelijke autoriteiten ook maar al te goed, dus Paulus VI geeft vervolgens de opdracht om alle beperkende en disciplinaire maatregelen tegen Padre Pio onmiddellijk ongedaan te maken. Hierop wordt de presentatie van het boek afgelast.
 
De laatste levensjaren van Padre Pio verlopen betrekkelijk rustig, hoewel het Heilig Officie de veroordelingen nog steeds niet ingetrokken heeft. Zijn gezondheid gaat achteruit en lopen en ademen wordt steeds moeilijker. Toch blijft hij elke ochtend om 4 uur opstaan om zich klaar te maken voor de Heilige Mis van 5 uur. 

De Heilige Mis van Pater Pio 

Wie in deze tijd bij een mis van Pater Pio wil zijn, moet dus vroeg uit de veren. Dagelijks draagt hij om 5 uur ’s ochtends de Heilige Mis op. “Al om 1 uur in de nacht stonden er mensen voor de deur van de kerk te wachten, biddend en zingend, tot de deur werd geopend. Ik heb dit herhaaldelijk meegemaakt,” schrijft Karl Wagner in het boekje Pater Pio, een teken voor onze tijd.
 
Wagner omschrijft hoe Pater Pio zijn voorbereidingen al trof om 3 uur, hoe hij al wankelend met veel pijn de sacristie binnenkwam waar vele priesters, hoogwaardigheidsbekleders en andere mannen uit alle lagen van de bevolking op hem wachtten. Klokslag 5 uur baande hij zich een weg door de enthousiaste menigte heen naar het hoogaltaar. “Men kon duidelijk zien dat iedere stap, iedere beweging hem erge pijn veroorzaakte.”
 
Pio overlijdt in 1968 op 81-jarige leeftijd. Meer dan 100.000 mensen zien de lijkstoet door de straten van San Giovanni Rotondo trekken. Allegri: “Het was een grote triomf voor die bescheiden frater die zijn gehele leven zo besproken en zo vernederd was.” Zijn stoffelijk overschot werd in de crypte van de kerk van de Heilige Maria van de Genade bijgezet, waar het elke dag door duizenden pelgrims wordt bezocht. 
 
Na zijn dood werd Pio populairder dan ooit. Daar kon ook de Kerk niet meer omheen: in 1999 wordt hij zalig verklaard en in 2002 volgt zijn heiligverklaring. 

Nieuwe controverses 

Toch blijft Pio de gemoederen bezighouden. In 2007 duikt een verklaring op uit de archieven van het Vaticaan van een apothekeres die bestellingen kreeg van de pater. Maria de Vito, een bewonderaarster van de monnik, meldt dat de padre haar in 1919 apart nam en haar “vroeg om niets te vertellen aan de medebroeders. Hij gaf me een leeg flesje en verzocht me dat met zuiver carbolzuur terug te bezorgen. Hij zei dat het was voor het desinfecteren van injectienaalden.”
 
Ook liet Padre Pio grote hoeveelheden insecticiden aanrukken. Dit deed hij onder strikte geheimhouding. Dit riep allemaal grote vragen op over zijn stigmata. “Ooggetuigen meldden dat ze de wonden in zijn handen, op zijn voeten en in zijn borst met eigen ogen hebben gezien, maar bracht de vereerde padre die niet zelf aan?” vraagt de krant Trouw zich in 2007 af in het artikel ‘Met bijtend zuur maakte Padre Pio zelf zijn stigmata’. Carbolzuur veroorzaakt wonden en het insectenverdelgingsmiddel kan als pijnstiller dienen. Pio’s volgelingen spraken van een kwaadaardige leugen.

Tentoonstelling 

In 2008 acht de katholieke kerk de tijd rijp voor een tentoonstelling. Pio wordt opgegraven en experts maken zijn lichaam toonbaar voor de langdurige openbaring en bedekken zijn gezicht met een levensecht siliconenmasker, van het soort dat voor wassenbeelden gebruikt wordt. Het gezicht lijkt perfect intact, terwijl hij bijna veertig jaar daarvoor is overleden. De tv-zenders brengen in april 2008 de hele middag rechtstreekse verslagen vanuit San Giovanni Rotondo. Zeker vijftienduizend pelgrims zijn naar de kerk aldaar gekomen om bij de opening van de tentoonstelling te kunnen zijn. De expositie, waarbij Pio deels in een glazen kist ligt, zou duren tot september 2009. Onder de bezoekers zijn Italianen die zeggen te zijn genezen door de pater. ‘Onder hen een vrouw uit Salerno die als meisje leed aan lymfeklierkanker, en na een bezoek met haar ouders aan Padre Pio was genezen,’ meldt Het Parool in het artikel ‘Masker maakt Padre Pio toonbaar’. 
 
‘Sommige volgelingen eisen het ‘echte’ gezicht van Pio te zien, omdat ze vrezen dat niet de ware heilige ligt opgebaard,’ schreef deze zelfde krant in 2008. ‘Het masker wordt uitsluitend gebruikt om gevoeligheden van bezoekers te sparen, aldus kerkelijke autoriteiten belast met de opgraving.
 
Sinds juni 2013 blijft zijn lichaam permanent zichtbaar voor de bezoekers. Dit naar aanleiding van de vele verzoeken van de pelgrims. Het lichaam blijft op dezelfde plaats zichtbaar: in het midden van de benedenkerk in San Giovanni Rotondo, in een glazen reliekschrijn.

Heilige van wereldformaat 

In de laatste tientallen jaren van de 20e eeuw groeide Padre Pio uit tot een heilige van wereldformaat. Het is heel exceptioneel dat hij in zo’n korte periode zo’n grote status verwierf. Inmiddels komen er naar schatting zo’n 2,5 miljoen pelgrims per jaar naar San Giovanni Rotondo. In het artikel 'Merchandising and Sanctity: The Invasive Cult of Padre Pio' (Journal of Modern Italian Studies) onderzoekt Peter Jan Margry de aard en de groei van de enorme cultus rondom de pater. 
 
Het is niet het verhaal van iemand met een modern profiel van heiligheid, schrijft Margry. Pio geeft juist antwoord op het traditionele model van heiligheid. Zijn cultus wordt gekarakteriseerd door een devotioneel repertoire. In ongeveer een decennium tijd is Padre Pio uitgegroeid van een monnik in een controversiële fundamentalistische context, naar een bijna onkwetsbare nationale heilige, die deel begint uit te maken van de Italiaanse identiteit.
 
Margry: “In steeds grotere mate bepaalt Padre Pio het Italiaanse heiligenlandschap. Honderden kapellen en lokale heiligdommen verliezen pelgrims, omdat deze in toenemende mate naar het centrale bedevaartsoord van Pio in San Giovanni Rotondo gaan.” Dit roept vragen op over de aard van volksdevotie: hoe is het mogelijk dat de verering voor de kapucijner pater zulke grote proporties heeft aangenomen in de afgelopen jaren, vraagt Margry zich af. “Zeker, als individu was hij al heel populair, maar deze immense golf van toewijding sinds halverwege de jaren '90 is vrijwel ongekend.” 
 
Nooit eerder in de geschiedenis van het christendom is de cultus van een heilige zo snel en zo intens uitgebreid. De omvang, intensiteit en snelheid zijn uitzonderlijk. Naarmate er meer wordt geschreven over Pio, lijken zich steeds meer mythische dimensies om hem heen te vormen. De literatuur die rondom hem is verschenen, is overweldigend. Het is een ‘populaire devotie'. Dit blijkt ook uit de demografische analyse van zijn volgelingen: mannen en vrouwen, jong en oud, rijk en arm, van goed opgeleide tot laag geschoolde mensen. 
 
Pio is uitgegroeid tot een nieuwe vaderfiguur in de Italiaanse devotionele traditie. Daarmee is hij een moderne opvolger geworden van ‘nationale’ heiligen zoals Franciscus van Assisi en Antonius van Padua. Tijdens de zaligverklaring werd hij door de paus beschreven als ‘een zoon van Italië '. Padre Pio is zowel een heilige van het volk als een mythe. Talloze mensen rapporteren opmerkelijke ervaringen met betrekking tot hem. 
 
Margry: “Kritische vragen kunnen niet meer worden gesteld over hem of zijn cultus: een duidelijke indicatie aan iedereen dat hij 'heilig' is en dat de krachten die hij genereert overtuigend en redelijk zijn.” Het onderwerp Padre Pio staat niet meer open voor discussie en zeer weinig mensen roepen vragen over hem op in het openbaar. Er bestaat inmiddels een soort van nationale consensus over hem en al de wonderbaarlijke verschijnselen. 
 
Dit betekent niet dat er geen kritiek meer is vanuit kerkelijke of wereldlijke kringen, of dat er niet langer vijandigheid tegenover hem is, verklaart Margry. Het aantal mensen binnen de bevolking als geheel die dergelijke standpunten hebben, zijn echter een minderheid geworden, inderdaad een bijna te verwaarlozen percentage. Sinds zijn formele zaligverklaring is het aantal critici binnen en buiten de kerk gedaald. “Vanwege de bijna onaantastbare status van Pater Pio, zijn degenen die sceptisch over hem blijven terughoudender in het uiten van hun kritiek in het openbaar.”

Waar komt de bewondering vandaan?

Een van de meest opmerkelijke dingen die zijn toegewijden noemen over Pio, is dat hij ondanks alle ophef altijd zijn eigen weg bleef gaan, dat hij bleef bidden. Dit wordt herhaaldelijk als voorbeeld gegeven van zijn extreme nederigheid – umilta. Deze onderdanigheid is voor sommigen al genoeg om de mogelijkheid van de stigmata te overwegen. 
 
Ook is er grote bewondering voor zijn wonden en bloed. Allerlei ongewassen kledingstukken worden getoond en vereerd. Opmerkelijk voor een land dat zulke cultureel bepaalde opvattingen heeft over hygiëne, verklaart Margry. 
 
De iconografische voorstelling van Pater Pio staat in geen verhouding tot de gebruikelijke ideaalbeelden van heiligheid of van schoonheid  Zijn cultus neemt eerder een primitieve vorm aan van goedkope massaproductie. Het beeld, letterlijk gemaakt voor Pio, is dat van een gebogen oude man wiens omzoomde gezicht niet wordt geïdealiseerd. Dit zou kunnen worden geïnterpreteerd als de moderne iconografie van kwelling, van Pio's nederigheid en nobele lijden. 

Bedevaartmotieven 

Dit lijden en nederigheid zijn enkele van de bedevaartmotieven die door toegewijden worden aangehaald. Een pelgrim schreef: ‘Met P. Pio ben ik voortdurend onder de indruk van zijn lijden tijdens zijn leven.’ De pelgrims staan te popelen om zijn graf te bezoeken, om een gevoel van gemeenschap in zijn lijden en in zijn spirituele diepte te krijgen. Hij is voor hen een gids tijdens hun leven. Zoals een andere pelgrim schrijft: 'Hij kent mijn problemen en is een steun voor mij . Ik heb het gevoel dat hij me draagt en me sterkt.' Toegewijden communiceren rechtstreeks met hem in hun gebeden, waarmee hij ook een soort biechtvader is.  
 
Welke andere motieven hebben toegewijden die op bedevaart komen en hem vereren? Dit werd rond 1985 onderzocht door Giuseppe Scarvaglieri: 
 
- Pio als een 'imitator van Christus', een voorbeeld van christelijk leven 30%
- De stigmata in het bijzonder 24%
- Pio’s mededogen 19%
- Zijn wonderbaarlijke krachten, Pio als genezer 19%
- Pio als biechtvader 4%
- Pio als een man van geheimzinnigheid 4%
 
In 2000 werden in San Giovanni Rotondo de volgende belangrijkste motieven genoteerd door de vice-postulant en kapucijner Di Flumeri:
 
* De stigmata die Pio meer dan vijftig jaar droeg en zijn spirituele, charismatische gaven.  
* Zijn gaven van bilocatie en zijn geur van heiligheid. 
* Velen komen om te bidden voor genade. 
 
Volgens Di Flumeri komen meer mensen voor geestelijke hulp dan voor materiële hulp. De honderden brieven per dag geschreven door pelgrims gaan voornamelijk over spirituele zaken, bijvoorbeeld: 'Laat me van Jezus houden zoals Pio deed.’ Volgens de kapucijner komen de jongeren naar San Giovanni Rotondo om 'hun hart te vinden' en 'het goede te vinden voor het dagelijkse leven’. 

Pio als moderne heilige  

Pio heeft steeds meer mythische vormen aangenomen. Het is een heilige die wordt gewaardeerd om zijn spiritualiteit , eenvoud en nederigheid. Maar daarnaast is het een wonderdoener en healer, de drager van de stigmata, waarzegger en hij heeft bevoegdheden zoals bilocatie en ‘de geur van heiligheid’. 
 
Het is vooral zijn nederigheid (umilta) en zijn wonderbaarlijke krachten waardoor grote aantallen mensen in Italië en elders in de wereld zich willen committeren aan hem, concludeert Margry. “Hij is de moderne heilige die mensen in nood kunnen aanroepen, de spirituele gids bij uitstek.”
 
Velen kennen hem onvoorwaardelijk persoonlijk vertrouwen toe, dat ze niet snel zullen of kunnen verlenen aan de officiële kerk - gezien de veroordeling door de Kerk. Zijn status van underdog en slachtoffer maken hem bij uitstek geschikt als ondersteuning voor 'zoekende' gelovigen op een moment dat nieuwe, postmoderne vormen van spiritualiteit, tevoorschijnkomen. 
 
Daarnaast werd de uitbreiding van zijn cultus geholpen door de steun van Paus Johannes Paulus II. Dit bracht de fundamentalistische bewegingen van de Kerk naar de zijlijn en het bood de cultus rondom Pio een meer 'normaal' en officieel bestaan.
 
Gebruikte bronnen voor deze introductietekst: 
* Renzo Allegri, De wonderen van Pater Pio, Venlo: Van Spijk, 1998, 336 p.
* Peter Jan Margry, 'Merchandising and Sanctity: The Invasive Cult of Padre Pio,' in: Journal of Modern Italian Studies 7 (1), 2002, pp. 88-115.
* Website: www.heiligen.net 
* Krantenartikel: ‘Masker maakt Padre Pio toonbaar’, in: Het Parool, 25 april 2008
* Krantenartikel: ‘Met bijtend zuur maakte Padre Pio zelf zijn stigmata’, in: Trouw, 8 november 2007


Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Dries van den Akker .