Dossiers »
Petrus Chrysologus »
introductie » Petrus Chrysologus (ca. 380 - ca. 451)
Petrus Chrysologus (ca. 380 - ca. 451)
Leven en loopbaan
De meeste gegevens die bekend zijn over het leven van Petrus Chrysologus komen uit een negende-eeuwse levensbeschrijving van Agnellus, die zeker niet in alle opzichten betrouwbaar genoemd kan worden. Agnellus noemt het huidige Imola (antiek: Forum Cornelii) als geboorteplaats, maar tegenwoordig neemt men ook wel aan dat Petrus (een familienaam is niet met zekerheid bekend) in een voorstad van Ravenna geboren is. De afstand tussen beide plaatsen is overigens niet groot.
Petrus stamde hoogstwaarschijnlijk uit een christelijk milieu, werd door Cornelius, bisschop van Imola tot diaken gewijd en door invloed van (deel)keizer Valentinianus III, en daarna (niet later dan 431) bisschop van Ravenna. Volgens traditionele bronnen had hij deze bisschopswijding te danken aan een visioen van paus Sixtus III, die op grond daarvan de door het volk gekozen kandidaat passeerde.
Ravenna was in die tijd een belangrijke stad, omdat in 409 (deel)keizer Honorius zijn residentie daarheen had verplaatst: de stad was vanwege de ligging te midden van uitgebreide moerassen beter te verdedigen dan Rome, lag over land dichter bij het strategisch steeds belangrijker Gallië, en had via de Adriatische Zee betere verbindingen met het oosten van het Rijk. Ook na de val van het Romeinse Rijk bleef Ravenna nog eeuwenlang koninklijke residentie. Vanaf de vijfde eeuw was Ravenna dan ook één van de belangrijkste Italiaanse kerkelijke centra, en tijdens Petrus’ ambtsperiode kreeg het de status van metropool, en de bisschop die van patriarch.
Preken en betekenis
Hoewel hij dus op een sleutelpositie zat en volgens de bronnen uitstekende banden had met de keizerlijke familie, heeft Petrus Chrysologus nauwelijks sporen nagelaten als kerkbestuurder. Wel kreeg hij grote faam als prediker: de eretitel Chrysologus die we voor het eerst tegenkomen in de Vita van Agnellus en door hem wordt toegeschreven aan keizerin Galla Placidia, is misschien mede ingegeven door enige westelijke gevoelens van naijver jegens de beroemde Griekse Johannes Chrysostomus, maar het zal niet voor niets zijn geweest dat een latere patriarch van Ravenna, Felix, in zijn archief een kleine tweehonderd preken van Petrus Chrysologus aantrof en die in een officiële verzameleditie publiceerde in of rond 724. Bovendien zijn er ettelijke preken van Chrysologus ook in andere verzamelingen terechtgekomen, en is er zelfs een zesde-eeuws handschrift dat nu nog 39, maar oorspronkelijk 88 preken moet hebben bevat.
Zijn preken zijn niet alleen belangrijk als bron van het dagelijks leven in Ravenna en omstreken, maar ook als dwarsdoorsnede van de bijbelplaatsen en onderwerpen die in de kerkelijke verkondiging een plaats hadden. Zo gaan de meeste preken over de evangeliën, de Psalmen en de brieven van Paulus, waarin vaak langere tekstpericopen stap voor stap worden uitgelegd. Ook is er een serie preken die Apostolicum uitlegt (ter gelegenheid van de traditio of de redditio symboli), en een serie over het Onze Vader (rond dat gebed had zich ook een rite van traditio en redditio ontwikkeld), en verder over de feesten van Kerst en Epifanie, de vastentijd, Pasen en Pinksteren.
In de preken wordt geregeld positie ingenomen tegen arianen, nestorianen en eutychianen, alsmede tegen joden en heidenen, maar een echte discussie wordt er nauwelijks gevoerd: het gaat meer om het onderstrepen en beklemtonen van orthodoxe formuleringen dan om het vinden van een adequaat theologisch antwoord op de nood der tijden. Geheel daarmee in overeenstemming is een brief die van Petrus Chrysologus is overgeleverd Eutyches, wiens theologische positie door Flavianus van Constantinopel in 448 was veroordeeld. Deze had zich tot de bisschop van Ravenna gewend om het debat te heropenen, maar Petrus Chrysologus wijst er slechts op, dat hij zich dient neer te leggen bij het gezag van de bisschop van Rome.
Hoewel de preken van Petrus Chrysologus veelvuldig werden en worden geroemd om hun stijl, komen ze de huidige lezer gekunsteld en enigszins stereotiep over. Dit valt met name op, als men enige preken van hem achter elkaar doorleest die over hetzelfde onderwerp gaan. Hij is overduidelijk retorisch uitstekend geschoold, maar gebruikt zovaak dezelfde ritmes en zinswendingen, dat men zich niet aan een indruk van holheid en maniërisme kan onttrekken. Zijn stijl is ver verwijderd van de levendige orginaliteit van een Augustinus of de directe en duidelijke manier van preken van iemand als Caesarius van Arles.
Verdere sporen
In 1729 kreeg Petrus Chrysologus de status van kerkleraar van paus Benedictus XIII; hij kreeg toen een plaats op de heiligenkalender op 4 december op basis van de sterfdatum die in de levensbeschrijving van Agnellus wordt genoemd (2 december). Het lijkt echter zeker, dat de auteur hier een vergissing heeft gemaakt en dat Petrus Chrysologus is overleden op 31 juli van het jaar 451 (of in een jaar kort daarna). Omdat die datum al vergeven was aan Ignatius van Loyola en 1 augustus aan zijn collega-kerkleraar Alfonsus van Liguori, kreeg Petrus Chrysologus de datum van 30 juli toegewezen in 1969 bij de herziening van de Rooms-Katholieke heiligenkalender. Plaatselijk wordt ook 31 juli wel als feestdag gevierd. Petrus Chrysologus ligt begraven in de dom van Imola; een waarschijnlijk (zo goed als) contemporain portret schijnt in de kerk van Johannes de Evangelist te Ravenna bewaard te zijn gebleven.
(door Liuwe H. Westra)
Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Liuwe H. Westra.