Dorothee Sölle startte in 1968, samen met haar echtgenoot Fulbert Steffensky, in Keulen de bijeenkomsten die bekend werden onder de naam ‘Politiek Avondgebed’. Sölle was van mening dat christenen hun politieke verantwoordelijkheid moesten nemen. Met een oecumenische groep van gelijkgezinden in Keulen die zich interesseerden voor de verbinding tussen geloof en politiek organiseerden Sölle en Steffensky openbare bijeenkomsten met debat, gebed en oproep tot actie. Deze bijeenkomsten werden aanvankelijk gehouden in kerken, totdat de discussie losbarstte over de aard van deze bijeenkomsten en over hun al of niet kerkelijk karakter. Voor degenen die ze organiseerden en die deelnamen waren het zonder meer nieuwe vormen van geloofsbeleving en van kerk-zijn, vergelijkbaar met wat in de beweging van de bevrijdingstheologie in niet-westerse landen ‘christelijke basisgroepen’ of ‘kerk van beneden’ werd genoemd.
De bijeenkomsten bestonden uit een bespreking van actuele situaties van nood of onrecht vanuit politiek en vanuit gelovig perspectief. Gebeden en bijbelstudies werden speciaal voor deze bijeenkomsten gemaakt, en het hoofddoel van de bijeenkomst was het onderlinge gesprek en het vaststellen van concrete punten van actie, zoals het schrijven van ingezonden brieven, het houden van demonstraties, of het oprichten van steungroepen voor mensen die maatschappelijk buiten boord dreigden te vallen.
In deel 1 van de titel staan teksten van en over het Politiek Avondgebed, in deel 2 staan teksten, analyses en kritiek.