In dit boek plaatst Schoonenberg een Geest-christologie naast de klassieke Logos-christologie, waarmee hij niet zoals gebruikelijk Christus en het Woord centraal stelt maar ook de Geest.

In het eerste hoofdstuk bespreekt Schoonenberg wat het ‘Zoon van God’-zijn van Jezus precies betekent, waarbij de doop van Jezus, ‘Zoon van God’ en ‘Messias’ uiteraard sleutelbegrippen zijn. Bij zijn bespreking van de verhouding van de Geest-christologie tot de Logos-christologie geeft Schoonenberg de verschillen aan, houdt hij een pleidooi voor een integratie en signaleert hij de problemen die een integratie in de weg staan. Daarbij gaat hij in het vierde en laatste hoofdstuk in op het probleem van Logos (Woord) en Pneuma (Geest) als onderscheiden personen.