Rubens schilderde rond 1611 een serie portretten van de apostelen, in opdracht van de Spaanse hertog van Lerma. Deze portretten hangen alle twaalf in het Prado te Madrid. Petrus wordt zoals gebruikelijk getoond met twee sleutels in zijn handen, de sleutels van het koninkrijk der hemelen of van de spreekwoordelijke hemelpoort die Jezus hem gaf in Matteüs 16,18-19.

Daaronder zien we de apostel Jakobus de Mindere. Jakobus is te herkennen aan zijn attribuut: het houten gereedschap dat gebruikt werd bij het vervaardigen van vilt; hij was namelijk volder van beroep. Jakobus werd volgens de overlevering met zijn eigen gereedschap doodgeslagen. De apostel Jakobus de Mindere wordt beschouwd als de auteur van de Brief van Jakobus.

naast Jakobus zien we het schilderij van de apostel Filippus. Filippus wordt hier getoond met een kruis. Volgens de overlevering werd hij gekruisigd omdat hij samen met Bartholomeüs aan het evangeliseren was in Frygië, een koninkrijk in Anatolië.