• Gerrit Vreugdenhil, De duivel en demonen als zijn verwanten. Over onheil van geesten en demonen, Interpretatie 22,4 (2014), 4-7

De wereld van Jezus en zijn discipelen is in religieus opzicht een rijk geschakeerde wereld. Over één ding waren de meeste van hun tijdgenoten het wel eens: onzichtbare geestelijke machten en krachten oefenen hun invloed uit op het dagelijkse leven van mensen. Door middel van magische teksten, amuletten en toverspreuken heeft men geprobeerd het kwaad dat geesten en demonen tot stand brengen te bezweren of af te wenden. De geschriften uit de Hellenistische tijd laten zien hoe breed men geloof hechtte aan geesten en demonen. Het jodendom van die tijd is hierdoor sterk beïnvloed. Kwade geesten worden met naam en toenaam genoemd. De werkzaamheid van deze kwade geesten ziet men vooral op moreel vlak liggen. Voor de schrijvers van het Nieuwe Testament is de wereld bezet gebied en is Jezus gekomen om de werken van duivel en demonen te verbreken.