Matthias Grünewald schilderde dit imposante altaarstuk tussen 1510 en 1515 in olieverf op paneel voor het klooster van de Antonietenorde te Isenheim, in de Elzas nabij Colmar. Het behoort tot de grootste en belangrijkste werken binnen de religieuze kunst.
Het altaar heeft twee paar luiken, waardoor in totaal drie aanzichten ontstaan:
1e: Op het rechterpaneel de heilige Sebastiaan (de martelaar), op het linkerpaneel de heilige Antonius (de kluizenaar). Het voetstuk (de predella) toont de graflegging van Christus.
De linkerhelft van het middendeel vormt een fraaie compositie. Uiterst links, in het wit, Maria, gesteund door Johannes de Evangelist. Knielend Maria Magdalena. Rechts staat Johannes de Doper, die een tekst lijkt uit te spreken: ‘Illum oportet crescere, me autem minui.’: ‘Hij moet groter worden, ik kleiner’ (Joh. 3,30), een tekst waarmee de immer bescheiden Doper al geruime tijd voor Jezus' dood aangaf hoe de verhoudingen lagen.
Opvallend aan de kruisigingsscène is het verminkte lichaam van Jezus, dat veel gruwelijker is uitgebeeld dan destijds gebruikelijk. Het bloed van het lam wordt in een kelk opgevangen: ter latere consumptie, zou je haast denken (zie ook Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck).
2e: Met de buitenste luiken geopend:
Links verschijnt de aartsengel Gabriël aan Maria;
In het midden een engelenconcert en een gelukkige moeder en kind;
Rechts de opstanding van Jezus.
3e: Als ook de binnenste luiken geopend worden, wordt het houtsnijwerk getoond van Niklas Hagenauer. In het midden wederom Antonius, geflankeerd door de kerkvaders Augustinus (links) en Hieronymus. De sokkel toont het Laatste Avondmaal en is gemaakt door Desiderius Beichel. Op de panelen aan de zijkanten toont Grünewald scènes uit het leven van Antonius: links op bezoek bij de heilige Paulus van Thebe (traditiegetrouw gekleed in enkel palmbladeren), rechts de verzoeking.
bron: http://www.statenvertaling.net/kunst/isenheimer-altaar.html
Bron: Tilburg School of Catholic Theology