Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Max Lammertink
Dossiers » Verzameldossier » niet-wetenschappelijke artikelen » Marian Geurtsen, Een doekje voor het bloeden: Maandverband in de Bijbel

Marian Geurtsen, Een doekje voor het bloeden: Maandverband in de Bijbel

Marian Geurtsen, Een doekje voor het bloeden: Maandverband in de Bijbel, in: Interpretatie 19,7 (2011), p. 22-24.


Samenvatting
Maandverband in de bijbel? Hoe kom je op het spoor van iets dat zo met taboes is omgeven als maandverband? En dat nog wel in de Bijbel? Het is al bijna onmogelijk om iets te vinden over maandverband in de 19e eeuw, laat staan zover terug als in bijbelse teksten.
In de boeken van het Eerste Testament komt wel enkele malen een verwijzing voor naar doeken of lappen van een menstruerende. Het deuterocanonieke gebed van Esther (Est-aanvulling C: 8, 27 in de NBV) benoemt haar hoofddoek (of haarband) als een ereteken, net zo walgelijk als een menstruatiedoek. In dezelfde lijn lijkt mij dat Jesaja verwijst naar maandverband in Jesaja 64:5: oude lappen die vrouwen gebruikten om menstruatiebloed op te vangen. Een speurtocht langs de betekenissen van de hebreeuwse woordgroep beged idim (periodieke lap, periodendoek) is tegelijkertijd een rondgang langs de diverse vertaalkeuzes die gemaakt zijn in de loop van de eeuwen: van ‘wegwerpelijk kleed’ (Statenvertaling) via ‘bezoedeld kleed’ (NBG ’51) en ‘stondendoek’ (Willibrord ’75) tot het zo neutrale ‘kleed van een menstruerende vrouw’ (NBV). De verlegenheid van de vertalers rond intieme vrouwenaangelegenheden blijkt ook vandaag nog allerminst afgedaan.


Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.