Piet van Midden, Van je familie moet je ‘t hebben, in: Interpretatie 20,6 (2012), p. 4-7.
Samenvatting
Samenlevingsvormen zijn niet een op een uit de bijbelse wereld over te brengen naar de onze. Het gezin van vader, moeder en kinderen is in de Bijbel vrijwel steevast onderdeel van een groter geheel, de beet aav, ‘vaderhuis’, extended family, waarin meerdere generaties samenwonen; en die weer samen mispechot, familieclans, vormen. Inwoning in een vaderhuis stelt voor rechten (gegarandeerd verblijf of terugkeer) en plichten (meewerken voor het inkomen). Individualiteit in onze zin van het woord bestaat niet: je bent een ‘wij’. De familieclans samen vormen de stam. De stammen van Israël zijn eigenlijk nooit één hecht volk Israël geworden.