Het bisdom is de plaatselijke kerk, opgedeeld in parochies. In de RK Kerk, die dus uit bisdommen bestaat, wordt gesproken over het bisdom als particuliere kerk. Het woord 'particulier' is in dit verband op te vatten als afgeleid van ‘pars’ dat wil zeggen ‘deel van’. Bisdommen zijn met elkaar verbonden en vormen in die zin samen een gemeenschap. Niet alleen bestaat zo de RK Kerk uit de gezamenlijke bisdommen, elk bisdom representeert zelf ook de RK Kerk. Er is niet louter sprake van een administratieve indeling, omdat elke bisdom een zelfstandig onderdeel is van de RK Kerk. Van onderlinge hiërarchie tussen de bisdommen is ook geen sprake: ze zijn allen ex aequo verbonden in de RK Kerk, onder leiding van de Paus in Rome.
Aan het hoofd van het bisdom staat een diocesane bisschop. Hij is de eigen herder van deze geloofsgemeenschap. Iedere katholiek maakt deel uit van een parochiegemeenschap, van de bisdomgemeenschap en van de wereldkerk. In de regel geldt het territorialiteitsprincipe, dat wil zeggen dat men deel uitmaakt van de gemeenschap waar men woont. Op dit principe bestaan een aantal uitzonderingen voor wat betreft de parochie en voor katholieken die werkzaam zijn in de Nederlandse Strijdkrachten.
Bisdommen worden opgericht, opgeheven of veranderd door het hoogste gezag, namelijk de Paus. Een bisdom is, eenmaal rechtsgeldig opgericht, in het kerkelijk recht een publieke kerkelijke rechtspersoon. Deze wordt naar Nederlands recht erkend op grond van artikel 2 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De Nederlandse bisdommen worden geregeerd door de bepalingen van het Wetboek van kerkelijk recht. Zij hebben geen eigen reglementen die als statuut fungeren, zoals parochies en caritasinstellingen dat wel kennen.