Fusie is het Nederlandsrechtelijke begrip voor de samenvoeging van rechtspersonen. In het Burgerlijk Wetboek is een uitputtende regeling te vinden voor de fusie van rechtspersonen naar Nederlands recht, echter niet voor kerkelijke rechtspersonen en hun zelfstandige onderdelen. Deze worden samengevoegd op grond van hun eigen regels, die door de Nederlandse wet worden gerespecteerd.
Naar kerkelijk recht wordt niet gesproken van fusie maar van het 'verenigen' van rechtspersonen, ofwel het samenvoegen daarvan. Samenvoeging van parochies en van caritasinstelling is een bevoegdheid van de bisschop. Alvorens parochies samen te voegen hoort de bisschop de priesterraad, de samenvoeging van cariasinstellingen is een zelfstandige bevoegdheid van de bisschop. Het kerkelijk recht draagt de bisschop op om betrokkenen ‘wier rechten geschonden kunnen worden’ te horen. In de praktijk wacht de bisschop meestal het initiatief van parochies of caritasinstellingen af, dit hoeft niet. Op grond van het kerkelijk recht draagt de bisschop namelijk de verantwoordelijkheid voor het hele beleid in zijn bisdom, en dit betekent onder andere ook dat hij de grenzen van parochies vaststelt.
Gevolgen
Samenvoeging van parochies komt steeds vaker voor. Elk bisdom kent een eigen beleid. Een belangrijk aspect van samenvoeging is dat schulden, bezittingen, rechten en verplichtingen formeel overgaan naar de nieuwe rechtspersoon. Dit noemt men in het Nederlands recht een overdracht onder algemene titel. De samenvoeging en de overdracht van vermogen worden in het kerkelijk recht en naar Nederlands recht bereikt door een decreet van de bisschop. Omdat derden het decreet van de bisschop niet altijd kunnen duiden wordt het feit van de samenvoeging vaak ook bij de notaris vastgelegd in een authentieke akte. Deze akte schept géén nieuw feit, maar constateert dat er een kerkelijk besluit is genomen. Met deze notariële akte kan gemakkelijk een wijziging tenaamstelling gevraagd worden.