Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Lieke Meertens
Dossiers » Bernadette Soubirous » introductie » Bernadette Soubirous (Franse heilige, 1844-1879)

Bernadette Soubirous (Franse heilige, 1844-1879)

Het verhaal achter Lourdes

Miljoenen mensen maken jaarlijks de reis naar het Zuid-Franse plaatsje Lourdes om boete te doen en te bidden voor genezing. Inmiddels is het zelfs uitgegroeid tot het grootste centrum van katholieke pelgrimstochten. Dit alles doordat Bernadette Soubirous op haar veertiende levensjaar enkele visioenen had. Ze werd er wereldlijk mee bekend en werd al snel geadoreerd als een soort popster, vereerd om het beeld dat mensen van haar hadden, niet om wie zij in werkelijkheid was. Jaren later smeekten nog steeds duizenden mensen om de aandacht van Bernadette, ook toen ze al ver weg in een klooster zat om haar rust te zoeken. Ze zou slechts 35 jaar oud worden.

Jeugd vol armoede

Bernadette Soubirous groeit op in een arm gezin. Haar vader runt een eigen molen, maar heeft geen kaas gegeten van zakendoen. Mensen kunnen bij hem komen malen zonder te betalen en geen bedelaar gaat met lege handen naar buiten. De vrijgevigheid komt hem uiteindelijk duur te staan. De zaken gaan achteruit en het gezin moet noodgedwongen verhuizen. Hun nieuwe onderkomen wordt het cachot. Oftewel: een oude gevangeniscel die zelfs is afgekeurd om criminelen onder te brengen. Want: te klam, te vochtig, te vies. De ongeletterde Bernadette, die veel last heeft van astma-aanvallen, wordt eerst nog ondergebracht als dienstmeisje bij een tante en bij kennissen. Daar wordt ze afgemat bij het werk, krijgt slecht te eten en de winter maakt haar ziek. Als haar vader uiteindelijk beschuldigd wordt van diefstal en dronkenschap, keert het meisje terug naar haar ouders in Lourdes. Het is een lastige tijd voor het gezin waarin kindersterfte en de cholera op de loer liggen. Maar al deze slechte omstandigheden maken ook een licht in Bernadette wakker: uit zichzelf maakt ze kennis met het gebed.

Eerste visioen: de dame met de rozenkrans

De Lourdes-mythe begint op 11 februari 1858, als Bernadette met haar zus en diens vriendin meegaat om hout te sprokkelen. Terwijl de twee meiden al door het ijskoude water naar de overkant zijn gebanjerd, blijft Bernadette alleen achter aan de oever. Ze vraagt de meisjes om haar te helpen oversteken door stenen in het water te leggen, maar de meisjes lopen door.

 

Bernadette loopt wat heen en weer aan de rand van de oever en besluit dan haar sokken uit te doen om ook het water te trotseren. Zover komt het echter niet. Ineens hoort ze een windvlaag waardoor ze verschrikt om zich heen kijkt. In eerste instantie ziet ze niks. Maar dan, tussen de struiken, ziet het kleine meisje het beeld verschijnen van een witte dame. Een vrouw met een blauw ceintuur om haar middel, gele rozen op haar voeten en een rozenkrans in haar hand. Dit is de eerste van de achttien visioenen die Bernadette uiteindelijk zal zien bij de grot in Lourdes. Verschrikt wilt Bernadette haar rozenkrans pakken om te bidden. In eerste instantie lukt dit niet omdat haar armen verlamd lijken. Dan pakt de dame uit het visioen ook een rozenkrans. Zonder een woord te wisselen, zullen ze nu samen bidden.

Nieuwsgierige dorpsbewoners

Hoewel Bernadette haar visioenen liever niet rond wilt bazuinen, komt het hele dorp het toch al snel te weten. Bernadette heeft het verhaal aan haar zus vertelt, die het weer doorvertelt aan hun ouders. Al snel lopen steeds meer mensen mee met Bernadette naar de grot om met eigen ogen te zien wat zich daar afspeelt. Maar het enige dat de dorpsbewoners te zien krijgen, is Bernadette die op haar knieën valt en vol devotie zit te bidden met haar rozenkrans. Soms wordt het meisje lijkbleek en barst dan in tranen uit.

Het visioen van de geheime bron

Bernadette is niet de enige in die tijd die beweert visioenen te hebben. Velen zijn haar voorgegaan. Velen zijn ook uitgemaakt voor ketters, of worden zelfs opgesloten in een krankzinnigengesticht. Het meisje begeeft zich dus op glad ijs.


Maar daar, in een visioen, lijkt ineens het bewijs te zijn dat het meisje niet liegt. Het bewijs dat ze contact heeft met een Goddelijke kracht. De vrouw uit haar visioen wijst een bron aan, in de grond, waar Bernadette uit moet drinken. Het meisje schuift wat modder opzij, totdat ze plots de bron ontdekt. Het is dezelfde bron waar miljoenen mensen vandaag de dag nog steeds water uit putten om mee te nemen naar huis.


Bernadette zal nog veertien dagen achter elkaar terugkomen bij de grot, zoals de Dame haar verzoekt.

De politie gaat op onderzoek uit

Op het hoogtepunt van de controverse lopen er achtduizend pelgrims met haar mee. Het is genoeg aanleiding voor de politie om een onderzoek in te stellen. Meerdere malen wordt het meisje grondig ondervraagd. Wat heeft ze precies gezien? Deze politieverslagen zorgen ervoor dat we vandaag de dag nog steeds een duidelijk beeld hebben van Bernadette’s verhaal en visioenen. Nooit wijkt het meisje af van haar beweringen. Vrij uitzonderlijk, want verhalen worden dikwijls opgeblazen. Vaak worden er onbewust nieuwe feiten bij verzonnen of details lichtelijk verdraait, omdat ons geheugen ons in de steek laat. Zoniet bij Bernadette. Keer op keer vertelt zij precies hetzelfde verhaal. Op een leugen valt ze nooit te betrappen. Dit maakt al haar getuigenissen steeds plausibeler.


Wat ook in haar voordeel werkt, is dat Bernadette de mensen nooit probeert te overtuigen van haar gelijk. Als mensen het willen geloven is dat prima voor haar. Zo niet, dan ook geen probleem, schijnt ze gezegd te hebben. Was het deze ontwapenende eerlijke puurheid, waardoor mensen voor haar verhalen zwichtten?

Wie is die Dame toch?

Op een van de laatste dagen van de veertien, krijgt Bernadette eindelijk antwoord op haar vraag wie de Dame is. Meerdere malen heeft ze de vraag gesteld in haar visioen, maar nog geen antwoord ontvangen. Dan ineens geeft de Dame haar geheim prijs. “Ik ben de onbevlekte ontvangenis”, fluistert ze Bernadette toe.


De onbevlekte ontvangenis? Bernadette beweert nog nooit van deze term gehoord te hebben. Wat goed mogelijk is, gezien haar ongeletterde afkomst. Hoewel het natuurlijk ook plausibel is dat ze de term ergens heeft opgevangen en dat deze in haar onderbewustzijn rond is blijven zwerven. Hoe het ook zij: het zijn opvallende woorden. Slechts enkele jaren daarvoor heeft de paus het dogma afgekondigd van Maria die onbevlekt ontvangen is.


Uit alle verslagen blijkt dat het meisje goed weet wat ze wel en niet in het openbaar kan zeggen. “Dus je hebt Maria gezien?!”, vragen mensen haar. “Dat heb ik niet gezegd”, zal Bernadette keer op keer repliceren. Ze herhaalt alleen de precieze woorden die de Dame haar gezegd heeft. Zelf beweert ze nooit dat ze Maria heeft gezien. Alle conclusies laat ze over aan de buitenwereld.


In de jaren na de verschijningen leert Bernadette dat de ‘Onbevlekte Ontvangenis’ en ‘Maria’ leerstellig identiek zijn. Sindsdien heeft ze er geen moeite mee om de verschijning Maria te noemen, zoals ook te zien is in haar persoonlijke spirituele notities.


Soms wordt Bernadette als ‘achterlijk’ neergezet. Maar al snel zal blijken dat Bernadette een goed stel hersens heeft: vanaf haar vijftiende leert ze in een mum van tijd lezen en schrijven in het Frans. De vele brieven die ze later in haar leven schrijft, getuigen daarvan.

Bekendheid was geen doel

Het is nooit Bernadettes doel geweest om bekend te worden. Ze vlucht zelfs voor haar bekendheid en is er nooit op betrapt dat ze geld of iets anders heeft aangenomen van mensen. Sterker: ze hoeft helemaal geen bezittingen te hebben. Alleen de rozenkrans die ze bij zich droeg op de dagen van haar visioenen is haar enige geliefde bezit.


Na de verschijningen verblijft Bernadette nog enkele jaren in Lourdes. Zeven jaar later, in 1865, zal ze haar intrede doen in het klooster in Nevers. Dolgraag wilt ze zieken verzorgen, maar de meeste tijd moet het meisje zelf verzorgd worden. Ze heeft veel last van astma en moet vele pijnen doorstaan.

De mythe gaat door

Terwijl Bernadette zichzelf in het klooster heeft teruggetrokken, leven de visioenen hun eigen leven voort. De mythe rondom Bernadette en haar visioenen wordt alsmaar groter en al snel zien dorpsbewoners hun kans schoon om er geld aan te verdienen. Er komen winkeltjes bij de grot waarin van alles verkocht wordt. Bernadette zelf moet hier niks van hebben.


Zij houdt zich ondertussen vooral bezig met haar geliefde familie. Vanuit het klooster schrijft ze brieven aan haar broertjes en zusjes, die lang niet altijd terugschrijven. Er lijkt zich van alles achter haar rug om af te spelen wat Bernadette een machteloos gevoel oplevert. Zo trouwt een van haar broers plots, zonder haar medeweten. Het zijn gebeurtenissen die haar veel verdriet doen. Als oudste van het gezin ziet zij het als haar taak om de familie bijeen te houden. Een lastige opgave als je vanuit een klooster alleen door middel van briefwisselingen contact kunt onderhouden. Ook andere pijnlijke momenten passeren de revue. Zo verliest haar zus kind na kind. In haar brieven probeert Bernadete vanuit christelijk oogpunt troost te bieden: “Ik begrijp dat het voor een moederhart bijzonder droef is, ik zou zelfs zeggen wreed, haar vierde kind te verliezen. Deze beproeving is inderdaad bijzonder hard. Maar als ik de dingen met het oog van het geloof bezie, kan ik niet nalaten uit te roepen: gelukkig de moeder die engelen naar de hemel stuurt om voor jou en heel je familie te bidden. Zij zullen onze beschermers zijn bij Onze-Lieve-Heer en bij de Heilige Maagd.” (Uit: Brieven van Bernadette, p.131).


Ondertussen blijven brieven binnenstromen van pelgrims die haar willen bezoeken. Dit alles wordt haar uiteindelijk teveel, concludeert Thérèse Taylor in haar biografie over Bernadette. Samen met de astma en de onmogelijke opgave om iedereen te woord te staan, sterft Bernadette op 35-jarige leeftijd.

Bernadette leeft voort

Maar ook na haar dood blijft Bernadette voortleven over de gehele wereld. Enkele mensen beweren plotseling genezen te zijn bij de grot, als door een wonder. Dit alles maakt dat er een proces van heiligverklaring in gang wordt gezet. Daarvoor zal haar lichaam opgegraven moeten worden om het te ‘herkennen’. Dit gebeurt in 1909. Artsen verwachten louter beenderen en botten aan te treffen, maar in plaats daarvan is haar lichaam nog intact. Iedereen is daar hoogst verbaasd over, blijkt uit alle verslagen.


Het lichaam wordt weer begraven en enkele jaren later volgen nog twee ‘herkenningen’. Nog steeds is het lichaam intact. Vanaf 1925 blijft het lichaam boven de grond. Vandaag de dag ligt Bernadette nog steeds opgebaard in een glazen kist in Nevers. In 1933 wordt ze heiligverklaard. Een wonder, zo beschrijven veel mensen haar intact gebleven lichaam. Toch gaan er ook genoeg kritische geluiden over op. Cultuurtheoloog Frank Bosman bijvoorbeeld stipt in een lezing aan de universiteit van Graz mogelijke oorzaken aan van onvergankelijke lichamen, waaronder ook natuurlijke en kunstmatige verklaringen. Ook sluit hij ‘vroom bedrog’ niet uit.


Hoe het ook zij, de aanblik van Bernadette kan aanzetten tot contemplatie. Hoogleraar Patrick Chatelion Counet schrijft er het volgende over in zijn boek ‘Brieven van Bernadette’: Wie thans Nevers bezoekt, kan bij het nog niet tot stof weergekeerde lichaam van Bernadette bijna niets anders denken dan dat zij voor altijd in gebed verzonken is. De verroeste rozenkrans en het groen uitgeslagen kruisbeeld die zij in haar doodskist tussen de handen geklemd hield, zijn vervangen door minder kwetsbare materialen. Op den duur zullen ook die vervangen moeten worden. Wat blijft, is de aanblik van de biddende Bernadette, die nooit ophield de mensen te vragen: ‘Bid voor mij.’

Wat leert ze ons?

Kan Bernadette ons ook nog een levensles leren? Volgens Thérèse Taylor niet echt.

Behalve dan voor de mensen die plotseling te maken krijgen met bekendheid. Aan hen geeft Bernadette een goed recept hoe je daarmee om kan gaan: blijf in balans, blijf bescheiden en houd je verre van alle heisa.


Toch denk ik dat ze Bernadette hiermee tekort doet. Ze was een meisje uit een armoedig gezin dat niks anders nodig had dan haar rozenkrans. Zij kon rechtstreeks toegang verkrijgen tot God en de heilige maagd Maria. Als zij het kan, waarom anderen dan niet? Daar schuilt wellicht de hoop in. Net als dit bij Theresia van Lisieux gebeurde: vanuit hun kleinheid geven ze mensen grote hoop.


Bovendien gaan nog steeds miljoenen pelgrims naar Lourdes om te bidden voor genezing en om boete te doen. Dat laatste is een belangrijk punt uit haar visioenen: het belang van boete doen. Sommige mensen gaan zelfs voor de eerste keer biechten in Lourdes en voelen daarna een grote opluchting door zich heen stromen. Dit lijkt me allemaal een mooie nalatenschap die Bernadette heeft geschonken aan christenen: je schulden bekennen, vergeving zoeken, jezelf verre houden van enige vorm van hebzucht en blijven geloven in wonderen.



Bronnen:

* ‘Brieven van Bernadette uit Lourdes en Nevers’, vertaald en becommentarieerd door Patrick Chatelion Counet.

* ‘Bernadette of Lourdes. Her life, death and visions’ van Thérèse Taylor.

* ‘Lourdes. Het ware verhaal van de verschijningen’ van René Laurentin.



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Patrick Chatelion Counet .