Met het boek Lijden verwierf Sölle ook in Nederland veel bekendheid. Sölle was in 1972 in het kader van een hulpactie voor een kinderziekenhuis naar Noord-Viëtnam gereisd. Daar had ze de gevolgen van de inmiddels al langdurige Viëtnamoorlog met eigen ogen gezien: dood en verminking, honger en armoede, en de verwoesting van cultuur en natuur. Het betekende opnieuw een confrontatie voor haar met de vraag waarom zoveel mensen onverschillig staan tegenover het geweld en lijden dat teweeg wordt gebracht in naam van het behoud van de eigen cultuur, in dit geval het rijke westerse Noord-Amerika en zijn bondgenoten. Onverschilligheid, apathie tegenover lijden vatte Sölle op als een westerse zonde en ze schreef het boek Lijden om een theologische visie te presenteren op eigentijds omgaan met het menselijk lijden.
Sölle hanteert in dit boek de stijl van het ‘Politiek Avondgebed’, waarbij steeds wordt uitgegaan van actuele situaties van onrecht en nood, die worden beschreven vanuit het perspectief van de mensen die er concreet onder gebukt gaan. Aan deze verhalen voegt zij theologische verheldering en verdieping toe, een verdieping die Sölle in dit boek ook zoekt in mystieke bronnen en teksten.