Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Max Lammertink
Dossiers » Verzameldossier » niet-wetenschappelijke artikelen » Ine Van Den Eynde, Vruchtbaarheid als zegen

Ine Van Den Eynde, Vruchtbaarheid als zegen

Ine Van Den Eynde, Vruchtbaarheid als zegen, in: Interpretatie 18,8 (2010), p. 4-5

Margetekst
Al vanaf het eerste hoofdstuk van de Bijbel, in Genesis, is vruchtbaarheid verbonden aan zegen. Ine Van Den Eynde gaat niet mee met de opvatting van Joh. Pedersen die de zegen als levenskracht beschouwt en zegenen als het overbrengen van levenskracht. Zij acht het concept van empowerment meer geschikt.
 
Eerste twee alinea's
Vruchtbaarheid en religie zijn door de tijd heen nauw met elkaar verweven, tot op vandaag. De uitvinder van IVF krijgt de Nobelprijs, het Vaticaan reageert dadelijk negatief. Wat is er toch met (on)vruchtbaarheid dat het zo aan ons wezen raakt en mensen zo verdeelt? Hoe spreken over omgaan met (on)vruchtbaarheid als mens, als gelovige? Het bijbelse denken reikt ons een denkkader aan: vruchtbaarheid als zegen. Het is zelfs de allereerste bijbelse zegen die wij lezen in het boek Genesis: 'Wees vruchtbaar en talrijk, vul de aarde en bevolk haar' (1:28). Telkens opnieuw klinkt het refrein in de zegen over Abraham en het volk: de belofte van een talrijk volk en van zegen (zie Gen. 12:2-3). Het bijbelse concept van zegen verbindt mens en dier, mannen en vrouwen, maar ook generaties aan generaties, individuen aan groepen en volkeren, het dagelijkse leven aan speciale momenten, en dat alles wordt in verband gebracht met God.

Hoe belangrijk vruchtbaarheid is in het Oude Israël kan men op vele bladzijden van de Bijbel lezen. Vruchtbaarheid van akker en vee houdt de voedselvoorziening in stand. Met kinderen wordt het voortbestaan van het volk verzekerd. Wie geen kinderen heeft die de zorg voor de oudere op zich kunnen nemen, riskeert in een marginale positie terecht te komen. Goede oogsten geven welvaart; waar de oogst mislukt, dreigt de hongersnood.
Met het mysterieuze gegeven van vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid gaat men uiteenlopend om. Het openen of sluiten van de moederschoot wordt als een goddelijke interventie gezien (bijv. Gen. 29:31). Gezien het grote belang van vruchtbaarheid, hoeft het niet te verbazen dat mensen ook op magische wijze greep proberen te krijgen op deze werkelijkheid, door rituelen (bijv. Gen. 30:37-40). Getrouwd zijn, maar geen kinderen baren is een sociale schande, met name voor de vrouw. Vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid wordt tevens uitdrukkelijk en herhaaldelijk verbonden aan de morele handel en wandel. God dienen brengt zegen, die zich ook in het ontbreken van onvruchtbaarheid uit (Ex. 23:25-26). Het maakt deel uit van de zegen en vloek die het volk ten deel valt, als zij al dan niet leven zoals God droomt (Deut. 7:12-14). Vruchtbaarheid wordt zo gezien als gave en opgave, opdracht en toegezegde zegen.


Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.