H. Quaedvlieg, "Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader! Hoe bidt Hij?", in: Communio, 35(2010), p. 15-28.
Hier volgen de eerste twee alinea's: De bekende film van Mel Gibson over de passie van Christus begint met het gebed van Jezus in de hof van Olijven. Ofschoon de regisseur zich op vele momenten laat inspireren door de evangelietekst van Johannes, kiest hij hier veel nadrukkelijker voor de synoptische zienswijze. Want wij zien een angstige, bezwete Jezus die vertwijfeld bidt tot zijn hemelse Vader. De bekoring wordt verzinnebeeld door de duivel die het resultaat van Jezus’ missie in twijfel trekt en vragen stelt bij zijn identiteit. Ondertussen bidt Jezus psalmen. Juist dat laatste feit is interessant. Dit wordt nergens in de passie vermeld. In de synoptische evangelies wordt het gebed van Jezus samengevat tot een smeekbede om de passie niet te hoeven ondergaan en vervolgens de aanvaarding van wat te gebeuren staat. Een probleem vormt wel dat niemand dit gebed gehoord heeft. Jezus heeft Zich in het landgoed teruggetrokken op enige afstand van zijn leerlingen. Het is werkelijk de vraag wat Jezus daar gezegd zou hebben? En als niemand heeft gehoord wat er gezegd werd, wat hebben de evangelisten dan willen uitdrukken met de gebeden die Jezus daar in de mond zijn gelegd? Is het pure fantasie ondergeschikt aan hun eigen doelstellingen met het passieverhaal? Of zouden zij toch dichter de waarheid benaderen dan men zou kunnen vermoeden? In dit artikel willen wij achterhalen met welke houding, met welke verwachtingen en welke gemoedstoestand Jezus de passie binnengaat.
Bron: Communio
Externe link:
Communio